Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023.
De Vlaamse Regering heeft minimale voorwaarden vastgesteld waaraan de rechtspositieregeling van lokale en provinciale besturen moet voldoen. De besturen werken hun lokale rechtspositieregeling zelf uit binnen die krijtlijnen, waarbij ze beschikken over een grote mate van autonomie en een ruim scala aan keuzes. Ze verwerken daarnaast ook andere hogere normen, zoals de Arbeidsovereenkomstenwet, regeling rond tijdskrediet, …
De rechtspositieregeling werd goedgekeurd in zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 mei 2025. De nieuwe rechtspositieregeling werd besproken op het Bijzonder Onderhandelingscomité op 16 juni 2025 en protocol is afgesloten.
Bemerking dat door vernietiging van het ontslagdecreet op 5 juni 2025 door het Grondwettelijk Hof volgende artikels geen rechtsgrond meer hebben: art.64, art.85, art.135 en art.147.
De raad stelt de nieuwe rechtspositieregeling voor het personeel vast, zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit met uitzondering van art.64, art.85, art.135 en art.147.
De rechtspositieregeling wordt van kracht vanaf 1 september 2025. Artikel 212 treedt in werking op 1 januari 2026.