Terug
Gepubliceerd op 27/11/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 24/11/2025 - 20:00

Goedkeuren belastingreglement tweede verblijven

Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
Véronique Buyck, Burgemeester
Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Veerle Dejaeghere, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Ward Callewaert, Gemeenteraadslid
Regelgeving

De Grondwet, meer bepaald de artikelen 41, 162 en 170 §4.

De Vlaamse codex: codex.vlaanderen.be.

Het decreet over het lokaal bestuur dd. 22.12.2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 2, 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen;

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals gewijzigd.

Context en argumentatie

De gemeente stelt vast dat er binnen haar grondgebied een aantal tweede verblijven aanwezig is. Deze woningen worden niet als hoofdverblijf gebruikt, maar zijn wel permanent beschikbaar voor hun eigenaars. Dit impliceert dat deze eigenaars, hoewel zij niet als vaste inwoners in de gemeente staan ingeschreven en geen gemeentelijke personenbelasting betalen, toch regelmatig en substantieel gebruik maken van gemeentelijke infrastructuur en diensten zoals wegen, afvalophaling, openbare veiligheid, water- en energievoorzieningen, en openbare ruimten.

Er bestaat hierdoor een structurele fiscale ongelijkheid tussen de permanente inwoners van de gemeente, die via de personenbelasting bijdragen aan het gemeentelijk budget, en de eigenaren van tweede verblijven, die dit niet doen. Dit verschil rechtvaardigt een specifieke gemeentelijke belasting op tweede verblijven om deze ongelijkheid gedeeltelijk te compenseren.

De situatie van tweede verblijven is immers wezenlijk anders. Zij vormen vaste onroerende goederen die gedurende het gehele jaar beschikbaar zijn en die een meer permanente impact hebben op het gemeentelijk patrimonium, de leefomgeving en de ruimtelijke ordening. Daarnaast zorgen zij voor een duurzame druk op gemeentelijke diensten en infrastructuur, die niet kan worden vergeleken met het incidentele bezoek van dagtoeristen. Deze langdurige en substantieel verschillende gebruiks- en impactsgraad vormt een geldige grond voor een fiscale differentiatie tussen tweede verblijven en andere categorieën belastingplichtigen.

Bovendien is het gemeentebestuur van oordeel dat de verschillende kenmerken van tweede verblijven – zoals hun ligging in verschillende bestemmingszones en het bebouwde oppervlak – een rechtvaardiging bieden voor een gedifferentieerd tarief. Deze differentiatie is niet arbitrair, maar sluit aan bij de concrete omstandigheden binnen de gemeente, de mate van belasting op de gemeentelijke voorzieningen en de ruimtelijke impact. Hiermee wordt voldaan aan het gelijkheidsbeginsel, doordat de belastingdruk proportioneel wordt afgestemd op de specifieke situatie van elk tweede verblijf.

Deze belasting beoogt niet alleen een rechtvaardige verdeling van de lasten, maar draagt ook bij aan een bewust beheer van het lokaal patrimonium, met het oog op het vermijden van leegstand, het stimuleren van een kwalitatieve woonomgeving en het bevorderen van een duurzaam lokaal woonbeleid.

De keuze voor deze belasting sluit ook aan bij het bredere lokale beleid waarbij de gemeente inzet op het optimaal gebruik van haar woon- en verblijfsaanbod. Tweede verblijven blijven immers gedurende grote delen van het jaar ongebruikt, terwijl de nood aan betaalbare, permanent bewoonde huisvesting stijgt. Door een financiële prikkel in te bouwen wil de gemeente op termijn een bewuster gebruik van het woningpatrimonium stimuleren, zonder dit bezit op zich te ontmoedigen.

Tot slot onderstrepen we dat de gemeente beschikt over een aparte gezinsbelasting, waarin alle reguliere woongelegenheden belast worden op basis van hun permanente bewoning. De belasting op tweede verblijven is daarvan duidelijk onderscheiden in doelgroep, finaliteit en tariefstructuur. Deze dubbele belasting vormt dus geen verboden cumul, maar is onderbouwd vanuit twee afzonderlijke beleidsdoelen. De financiële noodzaak van de maatregel wordt daarbij slechts als bijkomende motivering ingeroepen, niet als enige rechtvaardiging van het tariefonderscheid.

Op basis van bovenstaande argumentatie acht de gemeente deze belasting verenigbaar met het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel, zoals vereist door artikel 172 van de Grondwet en artikel 3 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van gemeente- en provinciebelastingen.

Publieke stemming
Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Veerle Dejaeghere, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Veerle Dejaeghere, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art. 1 De gemeenteraad stelt het reglement ‘Tweede verblijven’ definitief vast zoals toegevoegd in bijlage, met inwerkingtreding op 1 januari 2026.

Art. 2 De gemeentebelasting op tweede verblijven, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 november 2024, wordt opgeheven.

Art. 3 Deze beslissing over te maken aan de toezichthoudende overheid, de projectcoördinator van IGS Woondienst Regio Tielt en tevens aan de financieel directeur van de gemeente.