Artikel 41, 162 en 170, §4 van de coördinerende Grondwet van 17 februari 1994
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
De gemeentebelasting op onroerende voorheffing is al decennia lang vastgelegd op 598 (rekening houdend met het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 steeg van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen waardoor opcentiemen daalden van 950 naar 598)
Geraamd bedrag ontvangsten in 2026: € 3.643.874
Art. 1: Voor het aanslagjaar 2026 worden ten bate van de gemeente 598 (vijfhonderd achtennegentig) gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven .
Art. 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Art. 3: Deze verordening wordt bekend gemaakt overeenkomstig decreet lokaal bestuur van 17 december 2017, inz. artikel.285-286-287.