De grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170 §4 over de fiscale bevoegdheid van de gemeenten en de bevoegdheid van de gemeenteraad inzake het invoeren van een belasting.
Het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 2, 40 §3, eerste lid en 41.
Het gecoördineerd wetboek van inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder artikel 464/1, 2°.
Het decreet van 13.12.2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, in het bijzonder de artikelen 2.6.1.0.1, 2.6.4.0.2, 3.1.0.0.4. en 3.1.0.0.5.
Het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 369 over de reglementen in geval van vrijwillige samenvoeging van gemeenten.
De omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15.02.2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en met het feit dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de gemeente de leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten wordt voorkomen en bestreden, wordt voorgesteld om voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten te heffen.
Langdurig leegstand en verwaarlozing tasten immers de kwaliteit van de onmiddellijke omgeving en van het economisch weefsel aan.
Art. 1 Voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 wordt ten behoeve van de gemeente Ardooie een reglement betreffende het heffen van gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten vastgesteld van 50 opcentiemen op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten zoals opgenomen in het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.
Art. 2 De vestiging en de inning van de gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst
Art. 3 Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026.
Art. 4 Dit besluit zal worden bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.