Notulen  Gemeenteraad

Regelgeving

• Afdeling 4 (art. 4.4.24 tot en met 4.4.29) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Besluit van de Vlaamse Regering van 29/03/2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest.

De gemeenteraad is bevoegd om over deze aanvraag te beslissen.

Context en argumentatie

Aanleiding

Op 10 maart 2022 heeft het bedrijf Mather BV, Roterijstraat 3, 8850 Ardooie, een aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest ingediend.

Het bedrijf heeft ruimtelijke ontwikkelingsbehoeften dewelke niet mogelijk zijn binnen het geldend planologisch kader.

De aanvraag is volledig verklaard op 15 maart 2022.

Het bedrijf situeert zich op het grondgebied Ardooie. De gemeenteraad dient te beslissen over deze aanvraag en dient zich uit te spreken over:

1. Mogelijkheid tot behoud van het bedrijf op de plek waar het gevestigd is
2. Ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn
3. Ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn
4. Het opstarten van een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Op korte termijn wenst Mather BV perceel 771s optimaal in te richten als stallingsplaats voor aanhangwagens voor verkoop en verhuur zodat de aanhangwagens naast een centrale oprijstrook worden geparkeerd. Hiervoor moet de buffer die is opgenomen in het BPA worden verschoven in de oostelijke richting.

De gewenste uitbreiding op korte termijn, beslaat een oppervlakte van 4.784 m², waarvan 2.874 m² gelegen is in industriegebied conform het vigerende gewestplan (op het oostelijk aanpalende perceel).

In de nota staat verkeerdelijk dat de uitbreiding op korte termijn, voor het gedeelte op het zuidelijk gelegen perceel (paars op schets, 638 m²), palend aan de bestaande werkplaatsen, zich binnen de contour van het BPA bevindt. Dit betreft echter een uitbreiding buiten de contour van het BPA, in agrarisch gebied conform het gewestplan.

Op lange termijn wil Mather BV de percelen 1494a en 712c inrichten met een bijkomende werkplaats, een afdak voor het stockeren van materiaal in open lucht en met de nodige verhardingen om de circulatie op het terrein te optimaliseren.

De gewenste uitbreiding op lange termijn beslaat een oppervlakte van 2.185 m², gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied van het gewestplan.

Voorafgaand

Over de aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest werden op 22 maart 2022 verschillende externe instanties om advies gevraagd.

Overzicht van de gevraagde adviezen:

Instelling of administratie	Datum advies	Aard advies
		Korte termijnbehoeftes	Lange termijnbehoeftes
Departement Omgeving	28/04/2022	Ongunstig	Ongunstig
Provincie West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning	28/04/2022	Voorwaardelijk gunstig	Voorwaardelijk gunstig
Departement Landbouw & Visserij	28/04/2022	Gunstig voor de uitbreidingsplannen op perceel 711s	Ongunstig
Agentschap Innoveren & Ondernemen	20/04/2022	Gunstig	Gunstig
Agentschap Wegen en Verkeer	01/04/2022	Gunstig	Gunstig
Provinciale Dienst Waterlopen	07/04/2022	Voorwaardelijk gunstig	Voorwaardelijk gunstig

Advies gecoro

Voorwaardelijk gunstig voor de korte termijn behoeften met volgende voorwaarden:

• In het geval de lange termijn behoeften niet goedgekeurd worden dient rond de zone van de korte termijn een volwaardig groenscherm voorzien te worden;
• De andere sites (site d’Arta en noordzijde Roterijstraat) moeten gesaneerd worden en gecentraliseerd worden op de voorliggende site aan de Roterijstraat;
• De zone korte termijn west (1.272 m²) mag niet gebruikt worden voor opslag van trailers of andere materialen;

Openbaar onderzoek

Er is een openbaar onderzoek georganiseerd van 30 maart 2022 tot en met 29 april2022. Er werd één bezwaar ingediend.

Historiek en planologie

Het huidig bedrijf is volgens het gewestplan Roeselare-Tielt van 17/12/1979 gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Het bedrijf is gelegen binnen de contouren van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven – deelplan 18 (M.B. 16/04/2003).

Het betreft een historisch gevestigd bedrijf. Het bedrijf beschikt nog over twee vestigingen (site d'Arta en site Ardecor) op grondgebied Ardooie die niet vergund zijn.
Op de site d'Arta is er voor het bedrijf Mather geen vergunningsgrond om zich daar te vestigen, gezien het PRUP d'Arta de zone bestemt voor specifieke regionale bedrijvigheid.
De site Ardecor heeft een bedrijfsoppervlakte van ca. 7.800m² en wordt gekenmerkt door haar ingesloten karakter. Eventuele uitbreidingsmogelijkheden zijn hier niet voor handen. De site bevindt zich wel in een zone voor ambachtelijke bedrijven volgens het gewestplan maar het stallen van allerhande trailers openlucht is niet vergund.
Het stallen van deze voertuigen lijkt strikt noodzakelijk voor de huidige bedrijfsvoering. Ook worden wederrechtelijk aanhangwagens gestald op een perceel langs de Roterijstraat recht tegenover het bedrijf en achteraan het bedrijf in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied (zone die in voorliggende aanvraag voorzien is voor uitbreiding).

Planologische en ruimtelijke overwegingen

• Het bedrijf beschikt op grondgebied Ardooie nog over twee sites op een andere locatie (site d'Arta en site Ardecor). De betrachting moet zijn om deze sites te saneren en alle drie de sites te centraliseren. Dit dient opgenomen te worden in de voorwaarden van het planologisch attest.
• Binnen het plangebied is geen ruimte voor compensatie van het HAG. Binnen het toekomstig op te maken RUP zal de gemeente in de nodige compensatie voorzien.
• De aanvraag leidt niet tot isolatie van percelen of perceeldelen met agrarisch gebruik van andere gronden in professionele agrarische uitbating.
• De waterbuffering dient op eigen terrein voorzien te worden en mag niet samenvallen met de groenbufferzones. Dit dient opgenomen te worden in de voorwaarden van het planologisch attest.
• Ten opzichte van het bestaande BPA zonevreemde bedrijven - deelplan 18 is er slechts een beoogde uitbreiding met inname van agrarisch gebied (mét bestemmingswijziging) van ca. 60%. 
• De nieuwe bebouwing voorzien voor de lange termijn vormt één geheel met de bestaande bebouwing. In de omgeving zijn reeds clusters van bedrijvigheid aanwezig en de site van de aanvraag paalt aan industriegebied op het gewestplan.
• Om de landschappelijke integratie te verbeteren dient aan de straatkant, tussen de woning en de oprijzone een extra groeninkleding voorzien te worden. 

Financiële impact

De opmaak van een RUP.

Regelgeving

Afdeling 4 (art. 4.4.24 tot en met 4.4.29) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Besluit van de Vlaamse Regering van 29/03/2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest.

De gemeenteraad is bevoegd om over deze aanvraag te beslissen.

Context en argumentatie

Aanleiding

Op 28 maart 2022 heeft het bedrijf Govar Industriebouw BV, Izegemsestraat 33, 8850 Ardooie, een aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest ingediend.

Het bedrijf heeft ruimtelijke ontwikkelingsbehoeften dewelke niet mogelijk zijn binnen het geldend planologisch kader.

De aanvraag is volledig verklaard op 30 maart 2022.

Het bedrijf situeert zich op het grondgebied Ardooie. De gemeenteraad dient te beslissen over deze aanvraag en dient zich uit te spreken over:

1. Mogelijkheid tot behoud van het bedrijf op de plek waar het gevestigd is;
2. Ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn
3. Ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn
4. Het opstarten van een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Op korte termijn wenst GOVAR Industriebouw BV uit te breiden met twee werkplaatsen/loodsen van respectievelijk 2.494 m² en 2.040 m², aansluitend op het bestaande bedrijfsgebouw (productieruimten metaalbouw) en met aansluitende circulatiezones goed voor 3.628 m² verharding.
De loodsen sluiten aan op de bestaande bouwhoogte van 8m het huidige bedrijfsgebouw. De inplanting van de loodsen voorziet in een circulair productieproces en overlapt deels de bestaande verhardingen in bouwovertreding. Deze verharde zones worden bijgevolg grotendeels geïntegreerd binnen de uitbreiding (bebouwing en regularisatie) en waar mogelijk worden de uitgevoerde verhardingen verwijderd en als buffer aangelegd.

Op korte termijn wordt eveneens vooropgesteld de noodzakelijke stockageruimte te voorzien, aansluitend op de nieuwe bedrijfsgebouwen. Deze zone wordt - in functie van toegankelijkheid -op hetzelfde maaiveldniveau gerealiseerd als de huidige bedrijfssite, waardoor er een beperkte terreinnivellering (oppervlakte van ca.1.095 m²) van circa 1,5m ten opzichte van de beekvallei noodzakelijk is.
De stockageruimte wordt opgevat als een parkeerzone voor opleggers, waardoor de producten afgeschermd van weersinvloeden geparkeerd kunnen worden in afwachting van het transport.

Gekoppeld aan de korte termijn worden de bestaande verhardingen grotendeels gesupprimeerd ten gevolge van de gewenste bebouwing. Een aandeel van de verhardingen wordt volledig verwijderd om volwaardige groenbuffers te realiseren en een klein aandeel wordt geregulariseerd ten behoeve van circulatie rondom de bedrijfsgebouwen. 

Ten aanzien van het aanpalende landschappelijke waardevol gebied wordt een ruime groenbuffer gerealiseerd die de verbinding maakt tussen beide maaiveldniveaus. Deze buffer heeft een minimale breedte van 10m en gaat over tot een groenzone van bijna 24m ten aanzien van het achterliggende agrarisch gebied.
Bij de inrichting van de stockagezone met aangrenzende groenbuffer wordt geopteerd om de bestaande private gracht te herprofileren en te integreren in de nieuwe groenzone in open bedding. Deze ingreep maakt onderdeel uit van het waterbeheer en wordt nader toegelicht bij de flankerende maatregelen bij de discipline water.

Binnen de korte termijn is er ook een uitbreiding voorzien van de bestaande personeelsparking. Deze zone situeert zich echter volledig binnen het sectoraal BPA, waardoor er geen planologische wijzigingen noodzakelijk zijn in functie van deze omgevingsvergunningsaanvraag.

Er is geen lange termijn behoefte.

Voorafgaand

Over de aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest werden op 30 maart 2022 verschillende externe instanties om advies gevraagd.

Overzicht van de gevraagde adviezen:

Instelling of administratie	Datum advies	Aard advies
		Korte termijnbehoeftes
Departement Omgeving	04/05/2022	Ongunstig
Provincie West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning	05/05/2022	Ongunstig
Departement Landbouw & Visserij	28/04/2022	Ongunstig
Agentschap Innoveren & Ondernemen	22/04/2022	Geen advies
Provinciale Dienst Waterlopen	05/05/2022	Voorwaardelijk gunstig

Openbaar onderzoek

Er is een openbaar onderzoek georganiseerd van 6 april 2022 tot 6 mei 2022. Er werden geen bezwaren ingediend.

Advies gecoro

• Gunstig advies voor de bestendiging van het bedrijf op de huidige locatie
• Ongunstig advies (unaniem) voor de korte termijnbehoeften:
  • Voorliggende uitbreiding is te ruim en kan niet meer als beperkt beschouwd worden;
  • Te diepe insnijding in het landschap;
  • Ophogingen en verhardingen in de nabijheid van de beekvallei;
  • Voor uitbreiding van het bedrijf is herlokalisatie aangewezen;

Historiek en planologie

Het betreft een historisch gevestigd en hoofdzakelijk vergund bedrijf.

Planologische & ruimtelijke overwegingen

• Er werd een technische voorstudie die overeenstemt met de afspraken gemaakt met de provinciale Dienst Waterlopen gevoegd bij de aanvraag. De Dienst Waterlopen heeft een voorwaardelijk gunstig advies verleend. De voorwaarden opgenomen in dit advies dienen integraal overgenomen te worden in het planologisch attest.
• Ten opzichte van het bestaande BPA zonevreemde bedrijven - deelplan 9 is er slechts een beperkte extra ruimtebehoefte van 64%. Het resterende deel van de aanvraag kan beschouwd worden als het behouden van een zachte functie met ecologische waarde (groenbuffer) of functie ondersteunend aan de omliggende agrarisch gronden (waterbuffer voor gebruik door landbouwers).
• Binnen het plangebied is geen ruimte voor compensatie van het HAG. Binnen het toekomstig op te maken RUP zal de gemeente in de nodige compensatie voorzien.
• De aanvraag leidt niet tot isolatie van percelen of perceeldelen met agrarisch gebruik van andere gronden in professionele agrarische uitbating.
• De aanvraag is in overeenstemming met het GRS (Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan) / BPA
• de hinder voor de omgeving is niet groter dan de bestaande hinder, rekening houdend met het hoofdzakelijk voorzien van inpandige bedrijfsfuncties alsook opslag,  met de grote groenbuffer
• de landschappelijke integratie wordt verbeterd, gelet dat het plan voor ca. 1/3 van de oppervlakte voorzien in groenzones wat ten opzichte van het BPA een sterke verbetering is. 
• de nieuwe activiteit (spuiterij) is verwant aan de bestaande en was reeds bedrijfseigen maar werd uitbesteed.
• het bedrijf beschikt over een volwaardige ontsluiting.

Financiële impact

De opmaak van een RUP.

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Context en argumentatie

Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:

1. de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en beheerst;
2. de activa beschermt en fraude voorkomt.
3. wetgeving en procedures naleeft;
4. over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
5. op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;

Organisatiebeheersing wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam.

De algemeen directeur staat in voor de organisatie en de werking van het organisatiebeheersingssysteem en hij rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemeenteraad.

Het document Rapportering organisatiebeheersing-stand van zaken is ter kennis gegeven via e-notulen.

Kennisname door managementteam van rapportering organisatiebeheersing.

Kennisname door college van burgemeester en schepenen/ast bureau van rapportering organisatiebeheersing.

De algemeen directeur geeft toelichting.

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Context en argumentatie

Volgens artikel 177 van het decreet lokaal bestuur rapporteert de financieel directeur in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:

1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel

2° de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;

3° de financiële risico’s.

Het rapporteringsverslag vindt u in bijlage.

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Besluit van de Vlaamse Regering 30 maart 2018 betreffende de Beleids-en beheerscyclus.

Ministerieel Besluit van 1 oktober 2020 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van gemeenten, de provincies en OCMW's en de latere wijzigingen

Context en argumentatie

De jaarrekening 2021 van de gemeente en het ocmw bevindt zich in bijlage. Juridisch blijven gemeente en OCMW 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de OCMW-raad elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. 

Het bestuur bezorgde het ontwerp van de jaarrekening minstens 14 dagen op voorhand aan ieder raadslid.

Het managementteam heeft gunstig advies gegeven;

De financiële toestand van het bestuur (gemeente + OCMW ) is als volgt:

Het budgettair resultaat van het boekjaar is de som van het exploitatiesaldo, het investeringssaldo en het financieringssaldo.  Rekening houdend met de reserves van de voorgaande jaren bekomen we het beschikbaar budgettair resultaat.  Dit ziet er voor 2021 als volgt uit:

	gemeente	OCMW	gemeente en OCMW
exploitatiesaldo	€ 3.372.465	€ -564.891	€ 2.807.574
investeringssaldo	€-2.747.607	€ -36.290	€ -2.783.897
financieringssaldo	€ -44.236	€ 0	€ -44.236
resultaat vorig jaar	€ 9.683.656	€ 1.665.026	€ 11.348.683
besch.budg.resultaat	€ 10.264.278	€ 1.063.845	€ 11.328.123

De gemeente en het OCMW hebben in het verleden heel wat reserves verzameld nl. totaal € 11.348.683.

De autofinancieringsmarge is hetgeen we overhouden van het exploitatiesaldo na het betalen van de aflossingen van de leningen:

	gemeente	OCMW	gemeente en OCMW
exploitatiesaldo	€ 3.372.465	€ -564.891	€ 2.807.574
aflossingen	€ 44.236	€ 0	€ 44.236
autofinancieringsmarge	€ 3.328.229	€ -564.891	€ 2.763.338

Bekijken we de staat van opbrengsten en kosten:

	gemeente	OCMW	gemeente en OCMW
kosten	€ 11.216.630	€ 2.205.715	€ 13.422.344
opbrengsten	€ 12.689.616	€ 1.277.529	€ 13.967.145
overschot of tekort van het boekjaar	€ 1.472.986	€ -928.186	€ 544.800

De financieel directeur heeft ter zitting verslag uitgebracht.

Regelgeving

Artikel 243 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt het volgende:

- de Raad van Bestuur spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening vóór 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft

- de gemeenteraad brengt advies uit bij de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf, tenzij de gemeenteraad ervoor gekozen heeft om alle leden van de gemeenteraad te benoemen als lid van de Raad van Bestuur

Context en argumentatie

Daar waar we in 2020 een kwijtschelding kregen van de schuldaflossingen naar de gemeente, kreeg het AGB in 2021 een coronatoelage ter compensatie van het coronaverlies.  Deze toelage (van € 130.000) is vrijgesteld in de vennootschapsbelasting.

De extra ontvangst van € 130.000 zorgde ervoor dat we een overschot van het boekjaar 2021 van € 20.350 hebben.  De staat van opbrengsten en kosten is als volgt:

	2021
Kosten	€ 382.590
Opbrengsten	€ 402.940
Overschot van het boekjaar	€ 20.350

Gezien de toelage niet in rekening wordt genomen voor het bepalen van het fiscaal resultaat dienen er geen belastingen betaald te worden gezien er zo een fiscaal verlies werd gecreëerd.  Wel is het zo dat de winst verplicht dient uitgekeerd te worden aan de gemeente via een dividend (€ 20.350)

Bekijken we de budgettaire financiële toestand van het AGB dan zien we dat de jaarrekening afsluit met een negatief resultaat
van het boekjaar van € - 24.646.  We dragen echter een negatief resultaat van € 92.623 mee van het vorig boekjaar waardoor het resultaat op kasbasis negatief is en € -117.270 bedraagt.  Er is ook een negatieve autofinancieringsmarge van € -18.760

	2021
Exploitatiebudget         A. uitgaven         B. ontvangsten	€ 108.975                    € 301.595                    € 410.570
Investeringsbudget         A. uitgaven         B. ontvangsten	€ - 5.887                    € 5.887                    € 0
Andere	€ - 127.734
Budgettair resultaat boekjaar	€  - 24.646
Gecum.budg.resultaat vorig boekjaar	€ - 92.623
Gecumuleerd budgettair resultaat	€ - 117.270

 

	2021
Financieel draagvlak          A. exploitatie-ontvangsten          B. exploitatie-uitgaven	€ 108.975                       € 410.570                       € 301.595
Netto periodieke leningsuitgaven	€ 127.734
Autofinancieringsmarge	€ -18.760

Voor het AGB is de leningslast té hoog om dit te kunnen voldoen met het saldo exploitatie.

Regelgeving

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 € niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Context en argumentatie

 

In het kader van de opdracht “Aanleg van vlonderpad in De Waterbek” werd een bestek met nr. OO-2212-G opgesteld door de ontwerper.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 82.644,63 € excl. btw of 100.000,00 € incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Een subsidie is aangevraagd via herstelfonds en toegekend voor bedrag van € 49.994,55.