Terug
Gepubliceerd op 28/11/2023

Notulen  Gemeenteraad

ma 23/10/2023 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid

De voorzitter opent de zitting op 23/10/2023 om 20:00.

  • Openbaar

    • Onderzoek geloofsbrieven en aanstelling nieuw gemeenteraadslid

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inz. art.6§3 en 14

      Lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011, inz. art.169

      Context en argumentatie

      Ingevolge het overlijden van burgemeester Karlos Callens op 8 oktober 2023, dient een nieuw raadslid worden aangesteld.

      De eerste opvolger op de lijst Groep '82 is Leentje Parmentier.

      Bij schrijven van 11 oktober 2023 heeft Leentje Parmentier laten weten het mandaat van gemeenteraadslid niet op te nemen.

      De tweede opvolger op de lijst Groep '82 is Dieter Vanovertveldt

      De geloofsbrieven van Dieter Vanovertveldt zijn onderzocht en hieruit blijkt dat betrokkene voldoet aan de gestelde verkiesbaarheidsvereisten. Tevens bevindt Dieter Vanovertveldt zich niet in een geval van onverenigbaarheid.

      De heer Dieter Vanovertveldt is uitgenodigd om de eed af te leggen in de handen van de voorzitter.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art.1: De geloofsbrieven van Dieter Vanovertveldt worden goedgekeurd.

      Art.2: Dieter Vanovertveldt legt volgende eed af in handen van de voorzitter:
      "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen"

      Art.3: Dieter Vanovertveldt, °22.09.1981 en wonende te Ardooie, Pittemsestraat 24 wordt tot gemeenteraadslid aangesteld.

    • Goedkeuren vorig verslag

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

    • Kerkfabriek St.-Martinus Ardooie: Budgetwijziging 2023 en Meerjarenplanwijziging

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inz. de artikels 2 en 47.

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

      Context en argumentatie

      Budgetwijziging 2023 en meerjarenplanwijziging voor de kerkfabriek St. Martinus Ardooie in bijlage.

      Goedgekeurd door de kerkraad op 26 juni 2023. Er werd gunstig advies verleend door het bisdom op 11 september 2023.

      De gemeentelijke bijdrage 2023 blijft ongewijzigd en bedraagt € 21.753,93.

      De meerjarenplanwijziging was noodzakelijk ingevolge de verhoging van de gemeentelijke bijdrage 2024.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Keurt de budgetwijziging 2023 en de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek St.-Martinus te Ardooie goed zoals vastgelegd in bijlage.

      Van deze beslissing wordt kennis gegeven aan het centraal kerkbestuur en het erkend representatief orgaan.

    • Kerkfabriek St.-Martinus Ardooie: Budget 2024

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inz. de artikels 2 en 47.

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

      Context en argumentatie

      Budget 2024 voor de kerkfabriek St. Martinus Ardooie in bijlage.

      Gunstig advies dd. 11 september 2023 van het bisdom Brugge.

      Het budget 2024 van de kerkfabriek St.-Martinus Ardooie past binnen de meerjarenplanwijziging opgemaakt in 2023.

      De gemeentelijke bijdrage voor 2024 is vastgesteld op € 58.428,00.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Keurt het budget 2024 van de kerkfabriek St.-Martinus te Ardooie goed zoals vastgelegd in bijlage.

      Van deze beslissing wordt kennis gegeven aan het centraal kerkbestuur en het erkend representatief orgaan.

    • Advies ontwerp GRUP Ventilus

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet over het Lokaal bestuur dd. 22 december 2017, inz. art.2

      Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, inz. art.2.2.1. en volgende

      Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, inz. art. 2.2.10, §4

      Vraag om advies over het ontwerp van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Ventilus”

      Context en argumentatie

      Het openbaar onderzoek voor het GRUP Ventilus loopt van 29 augustus 2023 t.e.m. 27 oktober 2023.

      Ingevolge het verzoek brengt de gemeenteraad het volgende advies uit:

      Vooraf

      Onderhavig advies heeft betrekking op een ontwerp van een ruimtelijk uitvoeringsplan met een ingrijpende en beeldbepalende invloed op de gemeente en een aanzienlijk aantal woningen van inwoners van de gemeente. 

      De gemeenteraad wenst er evenwel op te wijzen dat een ruimtelijk uitvoeringsplan (waarvan te dezen een ontwerp voor advies wordt aangeboden), algemeen gesteld, de toekomstige bestemming, de inrichting of het beheer aangeeft van een gebied dat een deel of delen van het grondgebied van het gewest omvat, en dit door concrete voorschriften ter zake vast te leggen. 

      Het voorliggende ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan moet een reglementair kader bieden om het “elektriciteitstransport” mogelijk te maken waarbij het niet volstaat een bestemming van een deel van het grondgebied te bepalen, maar ook de inrichting en het beheer van deze ruimte te bepalen.

      Het ruimtelijk uitvoeringsplan is dus een juridisch verbindende concretisering van de goede ruimtelijke ordening. 

      Daarmee wenst de gemeenteraad te onderstrepen dat het ruimtelijk uitvoeringsplan niet zomaar moet of kan samenvallen met de voor de exploitant van de hoogspanningsinfrastructuur optimale realisatie.

      Met wat volgt zal dan ook in eerste instantie ingegaan worden op het wettelijk kader waaraan het ruimtelijke uitvoeringsplan moet getoetst worden. Daarna zal een concreet advies worden geformuleerd. 

      Het ruimtelijk uitvoeringsplan moet sporen met het Gewestelijk Ruimtelijk Structuurplan 

      Zoals terecht is gesteld moet, bij gebreke aan een goedgekeurd beleidsplan het ruimtelijk uitvoeringsplan getoetst worden aan het GRS. 

      Het is aangewezen de doelstellingen van het GRS nog eens in herinnering te brengen. Art. 2.1.1. VCRO voorzag dat een ruimtelijk uitvoeringsplan een beleidsdocument betreft dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft de lange termijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie weer. Het is er bovendien op gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van de beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen. 

      In de inleiding van het GRS versie 2004, maar ook in de laatste versie luidt het als volgt: 

      Omdat de ruimte schaars en eindig is moet in de toekomst zorgvuldig met de ruimte in Vlaanderen worden omgesprongen. Dit is nodig om de ruimtelijke problematieken in Vlaanderen beheer(s)baar te houden.

      Inzake ruimtelijke ordening moet de overheid een belangrijke en overtuigende rol spelen. Zij dient duidelijke standpunten te formuleren en zich als een betrouwbare partner te gedragen, niet in het minst omdat bij het zoeken naar oplossingen voor een aantal structurele problemen (…) steeds meer van de ruimtelijke ordening wordt verwacht.

      (…)

       Uitgangshouding is het streven naar duurzame ruimtelijke ontwikkeling. 

      Duurzame ruimtelijke ontwikkeling betekent met andere woorden dat de ruimte wordt beheerd als een duurzaam goed, een lange – termijninvestering voor de volgende generaties.

      Niet de ontwikkeling maar het beheer van de ruimte komt centraal te staan. In deze zin zal de beheersing van de ruimtelijke vraag van de verschillende actoren, ook het creëren van het aanbod centraal staan. Duurzame ontwikkeling houdt aldus een samenhangende benadering in. Dit is de essentiële voorwaarde voor de vrijwaring van een leefbare ruimte voor de volgende generaties, zonder aanspraken van de huidige generatie te hypothekeren.

      De ruimtelijke draagkracht – het vermogen om binnen het kader van een duurzame ontwikkeling functies en activiteiten op te nemen in een bepaalde ruimte – wordt het basiscriterium dat de ruimtelijke condities aangeeft voor de ontwikkeling van onze samenleving. 

      Het RSV moet daarom ook kwaliteitscriteria ontwikkelen die uitgaan van de ruimtelijke draagkracht. Het moet randvoorwaarden formuleren waarbinnen de maatschappelijke ontwikkeling wordt verantwoord en verder kan plaatsgrijpen.

      (…)

      Het RSV levert dat kader en biedt een houvast voor de andere beleidsdomeinen en de andere beleidsniveaus.

      Zonder een dergelijk kader is een coherente afweging van maatschappelijke behoeften onmogelijk, wordt adhoc benadering bestendigd met een permanent moeizame besluitvorming en een verdere polarisatie tussen sectorale belangen, is er een gebrek aan samenhang in beslissingen ten aanzien van het ruimtelijk beleid en een verspilling van ruimte en wordt ruimtelijke en vooral economische potenties niet optimaal benut. Daarenboven wordt aan de andere beleidsniveau’s en beleidsdomeinen de broodnodige beleidszekerheid en beleidscontinuïteit onthouden.”

      Het GRS als beleidsinstrument biedt een beleidskader voor de totstandkoming van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die de principes van het GRS in de uitvoeringsplannen verankert. 

      Art. 2.1.2.,§3 VCRO luidt dan ook als volgt:

      Het richtinggevend gedeelte van een ruimtelijk structuurplan is het deel van het ruimtelijk structuurplan waarvan een overheid bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden voor een afwijking worden uitgebreid gemotiveerd. Ze mogen in geen geval een aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk gebied ook in het gedrang te brengen.”

      In het GRS 2004 wordt in het richtinggevend gedeelte op blz. 515, met betrekking tot het bundelen van elektriciteitsleidingen op 150 kV met lijninfrastructuur en het bestaande net het volgende gesteld:

      Aan de elektriciteitsvoorziening gebonden ontwikkelingen zoals rationeel energiegebruik (reg) e.d. leveren onrechtstreeks een bijdrage aan het beperken van de ruimtelijke neveneffecten en aan een duurzame ontwikkeling.

      Rekening houdend met de beslissing van de Federale Regering worden de volgende principes voor de aanleg van nieuwe elektriciteitsleidingen vooropgesteld:

      -De voorziene nieuwe 380 kV-leidingen met name de lijn Eksel Overpelt en de lijn Izegem- Ardooie-Zedelgem, met in begrip van de 150 kV aftakking Ardooie –  Beveren worden naar 150 kV spanning omgezet en ondergronds aangelegd;

      -Bijkomende elektriciteitsleidingen moeten worden gebundeld langsheen bestaande lijninfrastructuren en met bestaande lijnen waaronder de bestaande 380kV en 150 kV leidingen.

      -De totale lengte van het bovengrondse 150 kV wordt niet uitgebreid (stand still principe)

      -De rechtstreekse verbinding tussen de drie nucleaire elektriciteitsproductie eenheden wordt niet weerhouden.”

      Het is zonneklaar. De Vlaamse overheid heeft beleidsmatig gekozen om nieuwe elektriciteit infrastructuur ondergronds te voorzien. Bovendien heeft de Vlaamse overheid zich meer in bijzonder reeds beleidsmatig uitgesproken over het tracé tussen Izegem en Zedelgem, meer in het bijzonder ter hoogte van Ardooie:

      De voorziene nieuwe 380 kV leidingen worden naar 150 kV spanning omgezet en ondergronds  aangelegd.”

      Deze overweging was opgenomen in het richtinggevend gedeelte waarvan, het weze nogmaals herhaald een overheid bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken.

      Zoals in de inleidende beschouwingen van het GRS is uiteengezet zijn deze beleidsmatige overwegingen bedoeld om, ook aan de andere besturen, rechtszekerheid te beiden opdat er een coherent beleid kan gevoerd worden.

      Het is evenwel zo dat het GRS bij tijd en wijle werd geüpdatet waarbij bepaalde beleidsdoelstellingen werden bijgesteld. Het weze evenwel duidelijk dat nooit een “nieuw” GRS is tot stand gekomen. Het is dan ook zo dat de “evoluties” in de teksten slechts als een beleidswijziging kunnen beschouwd worden als dat ook met zoveel woorden aldus is benoemd. 

      In de inleiding van het de laatste versie van het RSV wordt omtrent de hoogspanningslijnen het volgende gesteld: 

      Knelpunten met betrekking tot ontwikkelingsperspectieven voor elektriciteitsleidingen

      Het RSV bevat geen algemene principes met betrekking tot de reservatie van leidingstroken voor elektriciteitsleidingen. Deze lacune brengt met zich mee dat er geen duidelijkheid is over de taken van het Vlaams gewest met betrekking tot deze reservaties.

      Daarnaast wordt een probleem ervaren met betrekking tot de interpretatie van het bundelingsprincipe voor elektriciteitsleidingen. De perspectieven hierover uit het RSV worden voor elektriciteitsleidingen als onvolledig beschouwd, in vergelijking met deze voor pijpleidingen. Daarbij is ook een gerichte differentiatie nodig, vermits het bundelingsprincipe op Vlaams niveau enkel speelt voor de hoogspanningslijnen en bovendien een andere betekenis krijgt voor ondergrondse en voor bovengrondse leidingen.

      Het RSV is dan ook aldus bijgesteld:  

      In functie van de ontwikkeling van de hoogspanningsnetten op Vlaams niveau worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen leidingstroken / -straten voor ondergrondse hoogspanningsleidingen gereserveerd voor die delen van de tracés die zich buiten het openbare domein zullen bevinden.

      Bundelen van hoogspanningsleidingen met lijninfrastructuur en het bestaand net

      In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de bouw van hoogspanningsleidingen, zowel ondergronds als bovengronds, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, wordt voor de toekomstige ontwikkeling een nuttige bundeling met lijninfrastructuren van Vlaams niveau vooropgesteld, zonder dat het bundeling principe de verdere ontwikkeling van het hoogspanningsnet in het gedrang brengt.

      De mogelijke negatieve ruimtelijke effecten van ondergrondse hoogspanningsleidingen doen zich vooral voor tijdens de aanleg. Het grootste deel van de installaties is ondergronds (moffenkamers, geïsoleerde geleiders, e.d.). Toch zijn er een aantal blijvende effecten. Niet alleen de gebruikswaarde van de strook rond de ondergrondse hoogspanningsleiding is gewijzigd (niet eender welke begroeiing is mogelijk), er dienen eveneens veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden.

      In functie van de technische beperkingen worden ondergrondse hoogspanningsleidingen zoveel mogelijk aangelegd in leidingstroken en gebundeld met lijninfrastructuren van lokaal of bovenlokaal niveau, voor zover dit juridisch realiseerbaar is. Volgende principes staan daarbij voorop:

      -de totale lengte van het bovengronds net wordt niet uitgebreid (‘stand still’-principe);

      -de aan te leggen ondergrondse hoogspanningsleiding verhindert het functioneren en de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande lijninfrastructuur waarmee gebundeld wordt, niet ;

      -de bundeling houdt in dat de nieuwe leiding zo dicht als mogelijk en rekening houdend met de wettelijke beperkingen ter zake bij de bestaande lijninfrastructuur wordt aangelegd;

      -voor de toepassing van de bundeling worden alle technische oplossingen in overweging genomen;

      -de toepassing van het bundeling principe gebeurt binnen de wettelijke voorschriften en veiligheidsnormen en binnen het BATNEEC principe.

      Voor het bundelen van hoogspanningsleidingen met lijninfrastructuur en het bestaande hoogspanningsnet wordt rekening gehouden met de behoeften erkend in het Investeringsplan en het Ontwikkelingsplan uit de federale en Vlaamse gewestelijke wetgeving. De draagstructuren of de tracés van bestaande bovengrondse hoogspanningsleidingen komen bij voorrang in aanmerking voor het aanbrengen van bijkomende elektrische geleiders, indien zij daarvoor ontworpen zijn.  

      Het moge duidelijk zijn dat de beleidsoptie om hoogspanningsleidingen “voortaan” ondergronds te voorzien niet is verlaten. Het is dus niet zo dat er beleidsmatig opnieuw is geopteerd voor bovengrondse leidingen.

      Het is dus niet zo dat het niet meer expliciet vermelden van ondergrondse tracé ter hoogte van Ardooie niet zou betekenen dat de Vlaamse overheid van deze beleidsoptie is afgestapt.  

      In het voorliggende ontwerp van RUP wordt ten andere ten onrechte ervan uit gegaan dat het “stand still beginsel” op die manier kan geïnterpreteerd worden dat de afbraak van bovengrondse hoogspanningen overal te lande als een soort “credits” zou gelden om alsnog Ventilus bovengronds te kunnen bouwen. De vergelijking met de toestand van 1997 zou dan betekenen dat meer dan 200 km nieuwe bovengrondse leidingen zouden mogen aangelegd worden.  

      Dit is een niet correcte lezing van het GRS dat in het begrippenkader expliciet het “stand still” voor wat betreft de bovengrondse leidingen duidelijk maakt: 

      “Stand still”-principe 

      Het “stand still” -principe houdt in dat naar de toekomst toe de huidige situatie als norm aangenomen wordt. Voor het bovengronds elektriciteitsnet van 150kV-lijnen betekent dit dat de totale lengte van dit net niet mag toenemen.”

      Het is dus niet zo dat de afbraak van de 70 kV leidingen (die het leeuwendeel van de afgebroken leidingen uitmaken) kunnen in rekening worden gebracht als credit voor 380 kV leidingen.  

      Het RSV is duidelijk: de “huidige situatie” wordt als norm aangezien en de totale lengte aan 150 kV lijnen mag niet toenemen. 

      Deze definitie kan maar op één correcte wijze gelezen worden. Er kunnen geen bovengrondse 380 kV lijnen bijkomen in vergelijking met de tot standkoming van het RSV. En enkel voor wat betreft de 150 kV lijnen kan er met een “creditsysteem” gewerkt worden, waarbij overigens specifiek voor Ardooie de beleidsoptie gold dat  er een omzetting van 380 kV naar 150 kV zal gebeuren en de 150 kV ondergronds zal gaan. 

      Ten andere de laatste versie van het GRS kan, gelet op deze definitie die al sinds vorige versies in het GRS is opgenomen, onmogelijk zo gelezen worden als zou de laatste versie “meer” bovengrondse hoogspanning toelaten dan eerdere versies. Immers alsdan zou dit een onwettige aantasting van het stand still beginsel betekenen. 

      De honderden bladzijden bespiegelingen/verantwoordingen waarom een ondergrondse leiding zij het met wisselstroom dan wel met gelijkstroom en de vooral beweerd onoverkomelijk kostprijs van het gelijkstroomalternatief of de voorlopig afwezige technisch robuuste oplossing van de omvormers voor de koppeling van het gelijkstroomnet aan “Stevin” doet eigenlijk niet ter zake. 

      Aan de orde is immers een ruimtelijk uitvoeringsplan (geen technisch uitvoeringsplan) dat de open ruimte regelt en die dat moet doen volgens de beleidsprincipes zoals opgenomen in het RSV. 

      Nu heeft de Vlaamse overheid zelf beleidsmatig ervoor geopteerd om hoogspanningsleidingen ondergronds te gaan plaatsen. Dat deze optie technisch lastig of zeer duur is, is bijaldien niet relevant. 

      De eerste stap in het proces is immers middels een ruimtelijk uitvoeringsplan een wettelijk kader creëren opdat een “exploitatie” zou kunnen vergund worden. De “gewenste exploitatie” kan / de ambities kunnen evenwel niet verder gaan dat wat het ruimtelijk uitvoeringsplan kan toelaten binnen het kader van wat het RSV toelaat.

      Advies omtrent het ontwerp zelf

      1. Zoals hoger uiteen gezet wordt met het ruimtelijk uitvoeringsplan de “goede ruimtelijke ordening” beoogd en georganiseerd.

      Nu is het zo dat op het grondgebied van de gemeente Ardooie voorzien is een “overdruk” voor een bovengrondse hoogspanningsleiding. 

      Uit het dossier blijkt dat de Vlaamse overheid beseft dat een dergelijke hoogspanningslijn esthetisch niet spoort met de omgeving zodat er maatregelen moeten genomen worden om de inpassing in het landschap mogelijk  te maken. 

      Dit zou moeten gebeuren met een “inrichtingsstudie” (7.7). 

      Alleen is een dergelijke studie te dezen, zeker voor wat betreft de landschappelijke integratie geen efficiënt instrument. 

      Immers de landschappelijke integratie van de hoogspanningsleidingen veronderstelt aanplantingen op geruime afstand van de leidingen (op een eigendom waar de aanvrager geen zeggenschap over heeft). Dit veronderstelt dan dat aan de vergunningen voorwaarden zouden gekoppeld worden die niet uitvoerbaar zijn door de aanvrager (wat strijdig is met art. 71 OVD). 

      Dit maakt dan ook dat het RUP en al zeker art. 7 met betrekking tot de bovengrondse leidingen onuitvoerbaar zal zijn, minstens onwettig wegens te vaag (cfr. RvS, nr. 217.644 van 1 februari 2012). 

      2. In het voorontwerp en de bijgaande stukken wordt heel erg op de noodzaak van de hoogspanningsleiding gewezen wat de indruk geeft dat de lijn er koste wat het kost moet komen (al is het vooral om aan de toekomstige noden tegemoet te komen). 

      Bovendien leest men reeds in de inleiding van het ontwerp plan MER rapport:

      Elia is in België de enige die de aanleg en exploitatie van een hoogspanningsverbinding zoals voorzien in het planvoornemen kan realiseren. De maatregelen die door Elia standaard voorzien worden bij de uitvoering van dergelijke werken, zijn in MER-terminologie preventieve maatregelen en worden beschouwd als projectgeïntegreerde maatregelen. Gezien Elia de enige mogelijke initiatiefnemer is voor de aanleg en exploitatie van een hoogspanningsverbinding zoals voorzien in het planvoornemen, worden deze maatregelen bijgevolg ook als plangeïntegreerd beschouwd en worden deze in de stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP verankerd. 

      De gemeenteraad wenst er evenwel nogmaals op te wijzen dat een ruimtelijk uitvoeringsplan (waarvan te dezen een ontwerp voor advies wordt aangeboden), algemeen gesteld, de toekomstige bestemming, de inrichting of het beheer aangeeft van een gebied dat een deel of delen van het grondgebied van het gewest omvat, en dit door concrete voorschriften ter zake vast te leggen.

      Het ruimtelijk uitvoeringsplan is dus een juridisch verbindende concretisering van de goede ruimtelijke ordening. 

      Daarmee wenst de gemeenteraad te onderstrepen dat het ruimtelijk uitvoeringsplan niet zomaar moet of kan samenvallen met de voor de exploitant van de hoogspanningsinfrastructuur optimale realisatie. 

      3. Het voorliggende ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan moet een reglementair kader bieden om het “elektriciteitstransport” mogelijk te maken waarbij het niet volstaat een bestemming van een deel van het grondgebied te bepalen, maar ook de inrichting en het beheer van deze activiteit te bepalen. 

      Ingevolge de PlanMer-richtlijn (Rl. 2001/42/EU) dient een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen te worden aan een milieurapport waarin de te verwachten aanzienlijke milieu-effecten van de uitvoering van het plan bepaald en beschreven worden. Bovendien moeten deze milieu-effecten beoordeeld worden en moeten ook redelijke alternatieven, rekening houdende met de doelstellingen en de geografische werkingssfeer van het plan bepaald te worden. Het één en ander werd overgenomen in het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid en de uitvoeringsbesluiten van dat decreet.

      Er dient meer in het bijzonder gewezen te worden op wat in art. 4.2.8, §2bis DABM is bepaald. Deze bepaling luidt letterlijk (onder meer) als volgt: 

      Het plan-MER moet ten minste de volgende gegevens bevatten: 

      (…)

      6° een beschrijving en onderbouwde beoordeling van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het plan of programma en va de onderzochte redelijke alternatieven op, in voorkomend geval, de gezondheid en veiligheid van de mensde ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en de flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met in begrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de vermelde factoren. De beschrijving van de milieu-effecten omvat de directe en, in voorkomend geval de indirecte secundaire, cumulatieve en synergetische effecten, permanent en tijdelijk, positief en negatief op korte, middellange en lange termijn van het plan of programma. De aanzienlijke milieueffecten worden onder meer beoordeeld in het licht van de milieukwaliteitsnormen die zijn vastgesteld conform hoofdstulk II van titel II van het decreet.

      7° de maatregelen om aanzienlijke negatieve milieueffecten als gevolg van de uitvoering van het plan of programma te voorkomen te beperken of zo veel mogelijk teniet te doen.

      (…)” 

      4. Het is maar wanneer het voorliggende plan juridisch en feitelijk correct realiseerbaar is, zonder bovenmatige veiligheids -of gezondheidsrisico’s, dat uiteindelijk op een juridisch correcte wijze dat ruimtelijk uitvoeringsplan in het rechtsverkeer kan gebracht worden. 

      Het hoeft geen betoog dat het voorliggende project technisch complex is. De talrijke studies ten spijt heeft het voorontwerp en het in het Plan-Mer naar voorgeschoven “voorkeursalternatief” onvoldoende aandacht besteed aan enkele essentieel te onderzoeken gevolgen, namelijk wat betreft het gezondheidsrisico, het veiligheidsrisico en de geluidsimpact.

      In se zijn de technische alternatieven op basis van diverse studies en analyses afgevoerd en niet aan een alternatieven onderzoek onderworpen. Dit ten onrechte, precies omwille van het feit dat het GRS zelf beleidsmatig opteert voor ondergrondse leidingen. 

      Dit betekent dan ook dat op basis van de voorliggende gegevens geen ruimtelijk uitvoeringsplan in het rechtsverkeer kan gebracht worden dat de juridische basis kan vormen om het zgn. Ventilusproject te realiseren.

      5. In het dossier leert men, omtrent het gezondheidsrisico, het volgende:

      Kinderleukemie

      De transmissie van elektriciteit wekt elektrische en magnetische velden op. Deze magnetische velden hebben een zeer lage frequentie (50 Hz), ook extreem lage frequentie of ELF genoemd. Onderzoek naar het effect van ELF op de gezondheid op de mens toont aan dat er een statistisch verband bestaat tussen langdurige (meer dan 1 jaar) dagelijkse blootstelling aan ELF met een veldsterkte hoger dan 0.4 μT en kinderleukemie maar er is geen wetenschappelijk bewijs dat dit verband causaal is34. Aangezien er geen causaal verband is aangetoond, wordt deze impact niet opgenomen in het basisgeval.

      Er zijn verschillende handboeken (OESO, Europese Commissie...) beschikbaar waarin de algemene methodologie voor het uitvoeren van een MKBA wordt uitgelegd. Er bestaat geen algemene regel wat te doen in het geval dat er enkel een statistisch verband bestaat tussen een te analyseren project en een impact. Wel wordt vermeld dat alle relevante impacten zo volledig mogelijk worden opgenomen in de analyse.

      Gebaseerd op het standpunt van het voorzorgsprincipe35 wordt besloten een sensitiviteitsanalyse uit te voeren waarbij de statistische relatie tussen ELF en kinderleukemie wordt meegenomen in de modellering. Het uitvoeren van deze sensitiviteitsanalyse in de MKBA impliceert niet dat een causaal verband bestaat maar wordt ter informatie voorgelegd zoals vereist door de MKBA-methodologie.

      Modellering in sensitiviteitsanalyse:

      Het relatief risico op kinderleukemie door langdurige blootstelling aan ELF bedraagt 236. De incidentie (aantal nieuwe gevallen per 1 000.000 kinderen jonger dan 15 jaar per jaar) van lymfocytaire leukemie (de meest voorkomende vorm van kinderleukemie) in Vlaanderen is ongeveer 40 kinderen37.

      Gemiddeld krijgt ongeveer 1 op 2000 kinderen leukemie. Dit is het achtergrondrisico voor alle kinderen. In de groep kinderen met een relatief risico gelijk aan 2, in de veronderstelling van een oorzakelijk verband, wordt dat 1 kind op 1000.

      Het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid berekent door middel van een rekenmodel de contouren van de magnetische velden met veldsterkte van meer dan 0.4 μT, en gaat na hoeveel mensen binnen deze contouren wonen.”

      Dat er (nog) geen causaliteit, tussen kinderleukemie en de straling van de inrichting die het ruimtelijk uitvoeringsplan mogelijk moet maken, bewezen is, betekent niet dat dit element irrelevant zou worden bij de beoordeling. 

      Het staat immers vast dat er risico is. Immers er is een onbetwiste statistische correlatie tussen de inrichting en de ziekte. 

      De Raad van State wees eerder in zijn arrest nr. 221.566 van 29 november 2012: 

      Gegeven het mogelijke risico op beduidende en onomkeerbare schade door emissie van elektromagnetische golven door GSM masten, kan het gebrek aan volledig wetenschappelijke zekerheid met betrekking tot de gezondheidsrisico’s de vergunningverlenende overheid immers niet vrijstellen van de verplichting deze risico’s op voldoende wijze te onderzoeken.

      De omstandigheid dat er geen formele rechtsregels bestaan met betrekking tot de toetsing van de gezondheidsrisico’s van GSM – masten, neemt niet weg dat de vergunningverlenende overheid in concreto moet nagaan of de elektromagnetische straling geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid zou opleveren.”

      Uit het dossier blijkt dat 31 woningen in Ardooie zich binnen de risicozone bevinden. Dit heeft dan ook als gevolg dat deze gezinnen door de realisatie van het zgn. Ventilusproject met onaanvaardbaar gezondheidsrisico zullen geconfronteerd worden. Een risico dat ten andere vermijdbaar is (cfr. infra). 

      6. Te dezen is gekozen voor een tracé aan de oostelijke kant van de E403. Bij de beoordeling van de veiligheid wordt verwezen naar enkele Seveso bedrijven om te concluderen dat er geen veiligheidsrisico is.

      Voor zover kan worden nagegaan is evenwel geen aandacht besteed aan de veiligheidsrisico in de verhouding met de bestaande en de vergunde, maar nog niet gebouwde, windturbines. 

      Concreet blijkt uit de plannen dat het tracé ter hoogte van het kanaal Roeselare – Leie tussen twee windturbines door gaat. 

      De nabij gelegen turbines hebben een minimale hoogte van mast + rotor van 145 m (cfr. www.sterckx.com) 

      Voor zover kan worden nagegaan wordt het tracé voorzien op ongeveer 140 m van de dichtste windturbine. Dit betekent dus dat wanneer er sprake zou zijn van een mastbreuk (waarbij de turbine afkraakt aan de voet van mast) de kans bestaat dat de hoogspanning geraakt wordt.

      Sterckx investeert in twee windturbines. De eerste komt op de eigen site, de tweede op het nabijgelegen industriegebied "De Pilders". Het windpark zal gezamenlijk vijf windmolens bevatten.

      De turbines hebben een masthoogte van 100 m. De wieken beslaan diameter van 90 m wat de tiphoogte op 145 m brengt. Elke windmolen heeft een vermogen van 2,5 MW. De verwachte gemiddelde opbrengst is 5.000 MWh per jaar. Klik hier voor een korte omschrijving.

      45*3 = 135 m 

      In het Handboek Windturbines Richtlijnen voor de risicoberekeningen van windturbines Versie 2.0 dd. 01/12/2022 (www.omgeving.vlaanderen.be)  leest men omtrent mastbreuk:

      “Bovenstaande faalwijze voor mastbreuk, nl. breuk aan de voet van de mast, kan verder onderverdeeld worden in een aanvullende veiligheidsstudie of in een veiligheidsdocument voor een inrichting. Voor het bepalen van het indirect risico voor installaties met Sevesostoffen wordt onderstaande methode steeds toegepast. Voor het bepalen van het direct risico van een windturbine betreft dit een mogelijke optie. Volgende specifieke aannames worden gebruikt.

      − Bij een stalen mast kan de faalwijze mastbreuk verder onderverdeeld worden in
      mastbreuk aan de voet van de mast met een faalfrequentie 1,5 10-5/j, waarbij het bovenste mastdeel roteert rond het breukpunt;
      o mastbreukbovenhetmaaiveldindeonderstehelftvandemastmeteenfaalfrequentie3,5 10-5/j die uniform verdeeld is over de halve hoogte, waarbij het bovenste mastdeel roteert rond het breukpunt;

      o mastbreuk in de bovenste helft van de mast met een faalfrequentie 0,8 10-5/j die uniform verdeeld is over de bovenste helft, waarbij het bovenste mastdeel roteert rond het breukpunt;

      − Voor het stalen mastdeel bij hybride masten kan worden uitgegaan van
      o mastbreukaandevoetvanhetstalengedeeltemeteenfaalfrequentievan1,510-5/jwaarbij het stalen mastdeel 90° roteert rond het breukpunt en vervolgens recht naar beneden valt; o mastbreuk boven de voet van het stalen gedeelte met een faalfrequentie van 0,8 10-5/j die uniform verdeeld is over het stalen gedeelte, waarbij het bovenste mastdeel roteert rond  het breukpunt.

      − Voor het betonnen mastdeel bij hybride of betonnen masten kan de faalfrequentie voor mastbreuk boven het maaiveld in het betonnen deel van de mast afgeleid worden uit de in het ontwerp gebruikte betrouwbaarheidsindices en partiële veiligheidsfactoren (IEC61400, Eurocode, nationale normen). Het windklimaat van de site dient hierbij zowel op vlak van de gemiddelde windsnelheid en de berekende 50-jarige extreme windsnelheden (3 s windstoot en 10 min gemiddelde) als op vlak van turbulentiegraad binnen de gecertificeerde windklasse te liggen. Alleszins zal voor het betonnen mastdeel nooit een faalfrequentie lager dan 1,0 10-6/j gebruikt worden. Bij gebrek aan dergelijke onderbouwing zal een standaardwaarde van 3,5 10-5/j gebruikt worden. De faalfrequentie is uniform verdeeld over de volledige hoogte van het betonnen deel. Het bovenste mastdeel roteert rond het breukpunt. 

      Uit deze publicatie blijkt dat er minstens een risico van mastbreuk bestaat, terwijl dit risico te dezen onterecht niet is onderzocht. Bovendien kan er ook nog sprake zijn van gondelbreuk of bladbreuk. 

      Daarbij komt dat het risico zich bevindt aan de oevers van het kanaal met in de onmiddellijke nabijheid (goed 300 m) een autosnelweg en op 750 m de strategische olieopslag van 169.000 miljoen liter olie, die voor 90 dagen moet kunnen bevoorraden (bron: www.vrt.be, 3 maart 2022 “Bedrijf in Rumbeke heeft enorme olievoorraad: “bij een tekort moeten wij 90 dagen kunnen bevoorraden”). 

      De gecumuleerde impact van de windmolens en de strategische opslag lijkt niet onderzocht. 

      Gelet op het feit dat deze kritische plek op amper enkele kilometer van de gemeentegrens is gelegen zou de (statistisch niet uit te sluiten) catastrofe uiteraard ook een impact hebben op de veiligheid van de bewoners van Ardooie. 

      7. Voorts blijft, voor zover kan worden nagegaan ook de geluidsimpact van de hoogspanning op de onmiddellijke omgeving, onbesproken. 

      Nochtans blijkt uit een Nederlandse studie van 30 augustus 2011 (gepubliceerd op www.rvo.nl) in de nabijheid van wegverkeer het volgende omtrent “coronageluid”, dit is geluid dat ontstaat bij druppelvorming op hoogspanningslijnen. Men komt tot de volgende conclusie:

      De algemene conclusies uit onderhavige studie met betrekking tot de twee vooraf gestelde vragen zijn de volgende: 

      -Bij gelijke equivalente geluidsniveaus wordt coronageluid als hinderlijker ervaren dan wegverkeersgeluid, waarbij de gerapporteerde hinder bij een bepaald niveau van coronageluid overeenkomt met de hinder door wegverkeersgeluid bij een niveau dat ruim 4 dB(A) hoger is;

      -Achtergrondgeluid afkomstig van wegverkeer heeft geen maskerende invloed op de hinder door coronageluid; een toename in achtergrondgeluidniveau leidt juist tot verhoogde hinder.” 

      Dit betekent dat 31 families van onze gemeente met een dergelijke overlast te maken zouden hebben. In elk geval wordt deze problematiek, ten onrechte, niet onderzocht. 

      Ook de cumulatie tussen het geluid van de autosnelweg en het zgn. coronageluid is, voor zover kon worden nagegaan niet onderzocht.  

      8. Nog los van dit alles zal een bovengronds tracé op het grondgebied voor het grondgebied van de gemeente Ardooie visueel storend zijn. 

      9. Bij het ontwerp is er voor geopteerd om reeds op planniveau een duidelijke keuze te maken, niet alleen waar het tracé moet komen, maar ook waar dit tracé bovengronds dan wel ondergronds moet komen.  

      Uit het dossier blijkt evenwel niet duidelijk wat de keuze waar bovengronds en waar ondergronds bepaald heeft (zeker wat betreft het zuidelijk tracé). Gelet op het feit dat een ruimtelijk uitvoeringsplan “in abstracto” geldt lijkt de actuele aanwezigheid van een kinderdagverblijf geen pertinent argument om op die wel bepaalde plek ondergronds te gaan.

      Zoals hierboven reeds aangehaald biedt het dossier geen voldoende elementen op naar recht te opteren voor een bovengronds tracé ter hoogte van Ardooie.

      Bovendien komt het de gemeente voor dat er sowieso onvoldoende aandacht is besteed aan het technische alternatief van de ondergrondse gelijkstroomleiding.

      Nochtans dient bij het onderzoek van de redelijke alternatieven ook aandacht te worden besteed aan de uitvoeringsalternatieven. Te dezen lijkt het er op dat er zonder meer aangenomen wordt dat het ondergrondse alternatief geen optie zou zijn. Nochtans, zo verklaarde prof. Westermann zou deze techniek, tegen dat het project daadwerkelijk in uitvoering zou moeten gaan (ongeveer 2030) wél beschikbaar zijn.

      De gemeenteraad wenst ten andere op te merken dat naar aanleiding van het Burgemeestersoverleg van 2 september 2022 expliciet werd gevraagd dat de voorstellen van de burgemeesters ook door prof. Westermann zouden worden onderzocht.

      Nochtans antwoordt ir. Westermann als hem gevraagd werd waarom het voorstel van de Burgemeesters (aan de hand van een rapport van dhr. Vanaeken) dat het noch zijn taak noch het doel van dit deskundig advies zou geweest zijn om de inhoud van dat rapport te analyseren of te becommentariëren.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1: Negatief advies te verlenen over het ontwerp van gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan “Ventilus”.

      Art. 2: Minstens de Vlaamse regering uit te nodigen:

      • Wat betreft de concrete gezondheidseffecten op de bewoners voldoende waarborgen in te bouwen voor de getroffen burgers en de impact weg te nemen tot een  aanvaardbaar niveau en dit niet door te schuiven naar een later tijdstip of naar het projectniveau om op die manier rechtszekerheid te bieden;
      • De milieu-effecten (veiligheid) van het project in verhouding tot bestaande en vergunde maar nog niet gebouwde windturbines te laten onderzoeken;
      • Bijkomend na te gaan of er geen uitvoeringswijzen zijn die een minder verregaande impact hebben op het aspect Mens- Gezondheid
      • De realisatie van het project Ventilus in gelijkstroom op een later tijdstip als volwaardig alternatief te beschouwen en het voorschrift “hoogspanning” niet exclusief te verordenen.

      Art. 3: Dit advies wordt overgemaakt aan de Vlaamse Regering via het digitaal platform.

    • Verkoop perceel grond Eekhoutstraat te Ardooie

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inz. artikel 43, §2, 12°.

      Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten

      Context en argumentatie

      De gemeente wil een perceel grond gelegen te Ardooie, Eekhoutstraat en kadastraal gesitueerd 1ste afdeling, Sectie A, nr. ex 50k² te verkopen.

      Er is schatting gebeurd en de verkoopprijs wordt bepaald op € 83/m².

      De omwonenden zijn op de hoogte gebracht dat het perceel te koop werd gesteld.

      Het perceel is te koop aangeboden waarbij mevrouw Kristina Balogova, wonende te Ardooie, Eekhoutstraat 29A het perceel wenst aan te kopen tegen de prijs van € 83,00/m².

      Landmeterskantoor Metex is aangesteld om de nodige opmetingen te verrichten.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art.1: Akkoord te gaan om het perceel (groot 44 m²) gelegen te Ardooie, Eekhoutstraat en kadastraal gesitueerd 1ste afdeling, Sectie A, nr. ex50k² te verkopen tegen de prijs van € 83,00/m² aan mevrouw Kristina Bologova, wonende te Ardooie Eekhoutstraat 29A.

      De notariskosten zijn ten laste van de kopers.

      Art.2: De prijs is bepaald op € 3.652,00 (44 m² x € 83)

      Art.3: Notariskantoor Debyser-Melis uit Ardooie is aangesteld voor het verlijden van de akte.

      Art.4: Het college van burgemeester en schepen wordt belast met de verdere procedure.

    • Definitieve vaststelling verplaatsen deel buurtweg (sentier) nr. 66

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokale besturen van 22 december 2017, inz. art.41, 9°

      Gemeentewegendecreet van 3 mei 2019

      Gemeenteraadsbeslissing van 3 september 2023 inzake voorlopige vaststelling verplaatsing buurtweg nr.66

      Context en argumentatie

      De vraag is gesteld dat de gemeenteraad definitief zou beslissen over de gedeeltelijke opheffing en verplaatsing van buurtweg nr. 66 in Ardooie. De gemeenteraad keurde reeds op de zitting van 3 september 2023 de voorlopige vaststelling goed. 

      De bijhorende plannen werden opgesteld door landmeter Boutte op datum van 17 augustus 2023 nl.
      - ontwerp van een gemeentelijk rooilijnplan waaruit duidelijk de actuele en de toekomstige rooilijnen van de gemeentewegen (in concreto buurtwegen) blijkt
      - een uittreksel uit het kadasterplan
      - een orthofoto
      - een uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen van Ardooie
      en worden mee aan dit besluit gehecht.

      Het openbaar onderzoek vond plaats, in overeenstemming met art. 17 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 20 september 2023 tot 19 oktober 2023.

      Er waren geen bezwaren ingediend.

      Opheffing van de gemeentewegen moet gezien worden als uitzonderingsmaatregel, die gestaafd moet worden met een gegronde motivatie. In dit dossier wordt deel van gemeenteweg nr.66 verplaatst.

      De deputatie gaf voorwaardelijk gunstig advies, op datum van 12 oktober 2023. Er dient rekening worden gehouden met het advies van de dienst waterlopen. Het advies van de dienst waterlopen wordt als bijlage aan dit besluit gehecht. 

      Het departement openbare werken verleende geen advies. 

      Op basis van de adviezen, en de afwezigheid van opmerkingen en bezwaren, dienen er geen bijkomende aanpassingen aan het dossier gemaakt te worden.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1: De gemeenteraad keurt de gedeeltelijke opheffing en verlegging van buurtweg nr. 66 in Ardooie zoals aangeduid op het rooilijnplan dd. 17 augustus 2023 goed. Dit plan wordt definitief vastgesteld. Hierbij dient rekening worden gehouden met het advies van de dienst waterlopen, provincie West-Vlaanderen (zie bijlage) hetgeen volledig dient worden gevolgd.

      Art. 2: Het college wordt belast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019, en behoudens administratief beroep, met de realisatie van de (verplaatste) gemeenteweg, overeenkomstig de artikelen 26, 27, 28 en 29 van het aangehaalde decreet.

      Art. 3: Deze beslissing wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

      Art. 4: Het rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk met een beveiligde zending bezorgd aan het departement Mobiliteit en Openbare Werken en aan de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

      Art. 5:Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een opschortend administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Overheid, overeenkomstig art. 24 en 25 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

    • Verlenen advies ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan vervoerregio Midwest.

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §1

      Decreet betreffende de basisbereikbaarheid van 26 april 2019, artikel 8

      Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 betreffende de indeling van het grondgebied van het Vlaams Gewest in 15 vervoerregio's en de afbakening van de vervoerregio's

      Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019 betreffende de toetreding tot de Vervoerregio Midwest en de aanduiding van een gemandateerde vertegenwoordiger in de Vervoerregioraad

      Besluit van de gemeenteraad van 28 november 2011 betreffende de visienota Regionaal Mobiliteitsplan vervoerregio Midwest

      Besluit van het college van Burgemeester en Schepenen van 17 april 2023 betreffende de voorlopige vaststelling van het Regionaal Mobiliteitsplan vervoerregio Midwest

      Context en argumentatie

      Het decreet basisbereikbaarheid omschrijft de werking van de 15 vervoerregio's en legt de taken vast van de vervoerregioraad. Met de inrichting van de vervoerregio's, vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen creëerde de Vlaamse Overheid een kader voor steden en gemeenten waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen.

      De gemeente is bij Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 ingedeeld in de Vervoerregio Roeselare. De gemeenteraad heeft op 25 februari 2019 haar vertegenwoordiger in de Vervoerregioraad aangeduid.

      De naam van de Vervoerregio Roeselare is bij Besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020 gewijzigd in Vervoerregio Midwest.

      Binnen elke vervoerregio wordt een regionaal mobiliteitsplan opgesteld Dat plan legt de gezamenlijke mobiliteitsvisie van de lokale besturen voor alle vervoersmiddelen op lange termijn vast, het speelt in op de huidige en toekomstige mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit, legt de link met het ruimtelijk beleid en stelt maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid voor.

      De Vervoerregio Roeselare is gestart met het opstellen van dit mobiliteitsplan waarin de gezamenlijke mobiliteitsvisie van de lokale besturen voor alle vervoersmiddelen op lange termijn wordt vastgelegd. De Vlaamse Overheid stelde daartoe het consortium Deloitte/Traject/Mint/02 als studiebureau aan. Voor dit regionaal mobiliteitsplan is momenteel de Oriëntatienota opgesteld en op 26 mei 2020 aan de Vervoerregioraad voorgelegd en goedgekeurd.

      Het inhoudelijke debat vond plaats in de schoot van de Vervoerregioraad. Deze wordt ondersteund door de ambtelijke werkgroep, die de inhoudelijke voorbereiding op zich neemt. De Vervoerregioraad kwam tot nu samen op 26 februari 2019, 24 september 2019, 17 december 2019, 18 februari 2020, 14 april 2020 en 26 mei 2020. Er werd ook meerdere malen bilateraal teruggekoppeld tussen het bestuur en het team MOW dat voor deze studie als plangroep optreedt.

      Op vraag van de Minister van mobiliteit en openbare werken ontwikkelde de Vervoerregio in eerste fase al een visie op het regionaal openvaar vervoer. Dit plan (verder "OV-plan") omvat een visie op het kernnet (KN), het aanvullend net (AN) en het Vervoer op Maat (VoM). Het OV-plan vormde een voorafname op het regionale mobiliteitsplan en maakt dus deel uit van het regionale planningsproces. Het OV-plan werd na voorlegging aan alle betrokken gemeenteraden definitief goedgekeurd door de Vervoerregioraad Midwest op 15 december 2020. Minister Lydia Peeters voorziet thans de start van de gefaseerde uitvoering van dit OV-plan in januari 2023.

      Na het afwerken van het OV-plan en de goedkeuring van de oriëntatienota voor het regionaal mobiliteitsplan heeft de Vervoerregioraad thans een visienota voor het regionaal mobiliteitsplan uitgewerkt. Deze nota bevat de strategische lijnen voor de duurzaam mobiliteitsbeleid voor deze regio. De visienota werd voorlopig goedgekeurd dor de Vervoerregioraad in zitting van 27 september 2022, met het oog op een publieke consultatie van de stakeholders en de gemeenteraden van de regio.

      De visienota zal verder onderwerp uitmaken van een strategische milieu-effectrapportage. Ook de inhoudelijk inbreng van stakeholders en gemeenteraden kan nog aanleiding geven tot bijsturing. De aldus bijgestuurde visienota zal dan de basis vormen voor de opmaak van een actieplan voor de Vervoerregio, waarmee het proces van regionale mobiliteitsplanning zal afgerond worden.

      Aan de gemeenteraden wordt in deze fase gevraagd kennis te willen nemen van de voorlopig goedgekeurde visienota en eventuele inhoudelijke opmerkingen te willen bezorgen.

      Met betrekking tot het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan Midwest en het ontwerp plan-mer voor de vervoerregio Midwest heeft het gemeentebestuur geen opmerkingen.

      Met betrekking tot de Visienota zoals voorlopig goedgekeurd door de Vervoerregioraad op 27 september 2022 heeft het gemeentebestuur geen opmerkingen.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1: De gemeenteraad verleent gunstig advies op het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de vervoerregio Midwest en het ontwerp plan-mer voor de vervoerregio Midwest, zoals goedgekeurd door de Vervoerregioraad op 2 mei 2023 en door de bevoegde minister op 20 juni 2022.

      Art. 2: Afschrift van deze beslissing over te maken aan de voorzitter van de Vervoerregioraad Midwest.

    • Gemeentelijk aanvullend reglement inzake invoering snelheidsbeperking te Ardooie, Izegemsestraat

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988

      Decreet lokale besturen van 22 december 2017

      Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

      Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

      Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

      Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

      Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

      Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

      Context en argumentatie

      Er zijn vele verkeersongevallen langsheen de Izegemsestraat tussen het kruispunt met de Cloetbergstraat en het kruispunt met de Cijnsmolenstraat.

      Er werden reeds voorgaande structurele aanpassingen aan de weg werden uitgevoerd.

      De snelheid op de Izegemsestraat te Ardooie ligt hoog en dit brengt de verkeersveiligheid voor de weggebruiker in gevaar brengt.

      De verkeerscommissie heeft geadviseerd om de snelheidsbeperking van 50km/uur in te voeren ter hoogte van de bocht in de Izegemsestraat.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 Er wordt een snelheidsbeperking van 50km/u ingesteld langsheen de Izegemsestraat vanaf het kruispunt met de Cloetbergstraat tot aan het kruispunt met de Cijnsmolenstraat.

      Dit zal ter kennis gebracht worden van de weggebruikers door middel van het bord C43 en C45.

      Art. 2 Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de afdeling Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

    • Aanvraag Politiezone Regio Tielt m.b.t. principiële toestemming tot het plaatsen en gebruiken van camera’s overeenkomstig artikel 25/3 WPA, of op zichtbare wijze gebruik te maken van camera’s geplaatst door derden zoals bedoeld in artikel 25/1,§2 WPA

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Schrijven van de Politiezone Regio Tielt dd. 14.07.2023 houdende de aanvraag tot principiële toestemming conform de richtlijnen vermeld in de wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de camerawet van 21 maart 2007

      Artikel 8 van de wet van 21 maart 2018 bepaalt de toevoeging van artikel 25/3 van de WPA met name:

      artikel 25/3 § 1 - in het kader van hun opdrachten kunnen de politiediensten camera’s op zichtbare wijze gebruiken, onder de volgende voorwaarden:

      1° in de niet-besloten plaatsen en de besloten plaatsen waarvan zij de beheerder zijn: vaste, tijdelijk vaste of mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn;

      2° in voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerder zijn:

      a) mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie;

      b) vaste en tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, mits het akkoord van de beheerder van de plaats, in de luchthavens, havenfaciliteiten zoals bedoeld in artikel 5, 6°, van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, stations van het openbaar vervoer, en plaatsen die door hun aard aan een bijzonder veiligheidsrisico onderhevig zijn, aangeduid bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, waarvan het ontwerp voor advies wordt voorgelegd aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens;

      c) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van personen, tijdens de duur van de operatie;

      d) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van goederen, voor zover de beheerder van de plaats zich hiertegen niet heeft verzet, tijdens de duur van de operatie;

      3° in niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerders zijn:

      a) mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie;

      b) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van personen, tijdens de duur van de operatie;

      c) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van goederen, voor zover de beheerder van de plaats zich hiertegen niet heeft verzet, tijdens de duur van de operatie;

      Context en argumentatie

      Het zichtbare gebruik van camera's voor het inwinnen van informatie van bestuurlijke politie is bovendien aan een aantal gebruiksvoorwaarden verbonden (art. 25/3 82 WPA).

      Camera's mogen noch beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden, noch gericht zijn op het inwinnen van informatie over de raciale of etnische oorsprong van een persoon, zijn religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, zijn politieke opvattingen, zijn vakbondslidmaatschap, zijn gezondheidstoestand, zijn seksleven of zijn seksuele geaardheid (art. 25/3 §3 WPA). Er wordt eveneens een artikel 25/4 ingevoegd luidende: Een politiedienst kan camera's plaatsen en gebruiken overeenkomstig artikel 25/3, of op zichtbare wijze gebruik maken van camera's geplaatst door derden zoals bedoeld in artikel 25/1, 82, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van de respectievelijke gemeenteraden, als het gaat om een politiezone (§1). De in paragraaf 1 bedoelde toestemming wordt niet gevraagd, als het gaat om het plaatsen en het gebruik van camera's in besloten plaatsen waarvan de politiediensten de beheerders zijn (§5).

      Elke beslissing tot toestemming dient ter kennis te worden gebracht aan de procureur des Konings. De toestemming wordt openbaar gemaakt wanneer zij betrekking heeft op opdrachten van bestuurlijke politie (§4).

      Wanneer andere personen dan de leden van de politiediensten in real time toegang hebben tot de beelden van de camera's waarvan de plaatsing en het gebruik door deze wet worden geregeld, in het kader van de uitvoering van de bevoegdheden die hen worden toevertrouwd door of krachtens de wet die hun opdrachten regelt, gebeurt het bekijken van deze beelden in real time onder toezicht van de politiediensten, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet.

      De politiezone Regio Tielt zal een beeldverwerkingsregister bijhouden met alle gebruiken van camera's en deze op digitale wijze bewaren.

      Voor meer info wordt verwezen naar de vermelde wet van 21 maart 2018 en naar de wet op het politieambt. De wettelijk bepaalde voorwaarden zullen gerespecteerd worden.

      Aanvraag

      Omdat de politiezone wenst gebruik te maken van verschillende camerasystemen, vraagt zij hiervoor principiële toestemming aan de respectievelijke gemeenteraden. Het gaat meer bepaald om:

      Gemeente Ardooie:

      • Vaste en tijdelijk vaste camerabewaking in het kader van politionele opdrachten (bestuurlijk en gerechtelijk) op grondgebied van de politiezone;
      • Specifieke plaatsen: Marktplein, Polenplein, Hoflandstraat, Sint-Maartensdreefje, sporthal De Ark, OC ’t Hofland, OC ’t Zonneke Koolskamp, omgeving domein 't Veld, omgeving de Waterbek, Dorpsplein Koolskamp, site Prinsendreef, site Klaverstraat, OC De Tassche
      • Vaste camerabewaking in het politiegebouw en omgeving (besloten plaatsen waarvan de politie beheerder is)
      • Vaste camerabewaking cellencomplex politie Regio Tielt (besloten plaatsen waarvan de politie beheerder is), indien dit zou worden geïnstalleerd in Ardooie
      • Vaste camera's op het grondgebied van de gemeente Ardooie (niet-besloten plaats)
      • ANPR-voertuigen (mobiele camera's die in voorkomend geval intelligent zijn)
      • Mobiele camera's die in voorkomend geval intelligent zijn: ANPR, dashcam, bodycams, drones, enz
      • ANPR-cameranetwerk grondgebied politie Regio Tielt

      Een uitbreiding van dit netwerk is mogelijk.

      Bodycams

      De politiezone vraagt toestemming tot het zichtbaar gebruik van de bodycams. Enkel leden van het operationeel kader in uniform of met een interventiearmband mogen een bodycam dragen. De bodycam wordt in principe boven de kogelwerende vest gedragen en wordt bevestigd met de door de firma geleverde bevestigingsmiddelen. 

      Plaats

      Toelichting

      Gebruiksduur

      Niet besloten plaatsen

      Openbare weg

      Altijd

      Besloten plaatsen waar de politie beheerder is

      Politiegebouwen

      Altijd

      Publiek toegankelijk

       Stations, horeca, instellingen

      Tijdens de duur van een interventie

      Niet voor publiek toegankelijk besloten plaatsen

       Private woningen

      Tijdens de duur van een interventie

      Deze richtlijnen gelden voor alle leden van de geïntegreerde politie die actief zijn op het grondgebied van de politiezone.

      De doeleinden waarvoor de camera’s zullen worden geïnstalleerd of gebruikt:
      Opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie zoals voorzien in de wet op het politieambt en mits de beperkingen die de wet op het politieambt oplegt.

      Voor opdrachten van gerechtelijke politie, gedefinieerd in art. 15 WPA, geldt geen beperking voor het gebruik van de data, gegenereerd door deze camera's.

      Voor opdrachten van bestuurlijke politie, gedefinieerd in art. 14 WPA, geldt volgende beperking voor het gebruik van de data, gegenereerd door deze camera's:
      “Art. 25/3 8 2. Het zichtbare gebruik van camera's voor het inwinnen van informatie van bestuurlijke politie bedoeld in artikel 44/5, $1, is uitsluitend toegelaten in de gevallen bedoeld in artikel 44/5, §1, eerste lid, 2° tot 6°. Wat artikel 44/5, $1, eerste lid, 5°, betreft, kan dat gebruik bovendien alleen worden toegelaten ten aanzien van de categorieën van personen bedoeld in artikelen 18, 19 en 20 WPA".

      Om deze doelen te kunnen realiseren wenst de politiezone gebruik te maken van het centrale beheerssysteem van de federale politie, die dienstdoet als technische gegevensbank voor het nationale A.N.P.R.-netwerk. Dit conform de modaliteiten beschreven onder Art. 44/11/3septies en 44/11/3decies WPA.

      Doeleinden in het kader van het algemeen personeelsbeheer.

      De gebruiksmodaliteiten

      • preventieve maatregelen nemen om een verstoring van de openbare orde te vermijden;
      • Beveiliging in en rond de politiegebouwen;
      • bewijzen verzamelen van feiten die een misdrijf opleveren of een aantasting van de openbare orde opleveren;
      • bewijzen verzamelen van feiten die schade of overlast veroorzaken;
      • een dader, een verstoorder van de openbare orde, getuigen of slachtoffers opsporen en identificeren.
      • Beschermen van de integriteit van de aanwezige personen en goederen;
      • Behandeling van klachten in het juridische en/of bestuurlijke en disciplinaire kader;

      Er zijn voldoende elementen die erop wijzen dat er veiligheids- en overlastproblemen bestaan die de inzet van bovenvermelde camerasystemen verantwoorden. Het geweld tegen en door politiemensen neemt toe. De inzet van camera's kan ter zake een ontradend effect hebben.

      Impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau (wat de categorieën van verwerkte persoonsgegevens betreft, de proportionaliteit van de aangewende middelen, de te bereiken operationele doelstellingen en de bewaartermijn van de gegevens die nodig is om deze doelstellingen te bereiken):

      Genomen maatregelen:

      • technische maatregelen om de risico’s te beperken tot een minimum (beveiligd netwerk, beperkte toegang, geen opslag in de camera's);
      • interne richtlinen en wettelijke bepalingen gekoppeld aan een opleiding van het personeel;
      • veiligheidsbeleid;
      • analyse en inschatting van de risico's;
      • classificatie van de informatie;
      • informatie aan het personeel;
      • disciplinaire opvolging in geval van niet-naleving van de richtlijnen;
      • beveiliging van de fysieke toegang;
      • back-up-systemenvoorzien;
      • beveiliging van de netwerken;
      • lijst van de betrokken personeelsleden die toegang hebben tot de systemen;
      • machtigingssysteem;
      • logging, opsporing en analyse van de toegang;
      • toezicht, nazicht en onderhoud;
      • vertrouwelijkheidsverklaring personeel.

      De informatie van persoonsgegevens die verzameld worden door middel van camera’s kunnen worden geregistreerd en bewaard voor een duur van niet meer dan 12 maanden, te rekenen vanaf de registratie ervan, tenzij in een andere termijn voorzien. De toegang tot deze persoonsgegevens en informatie wordt toegelaten gedurende een periode van een maand, te rekenen vanaf de registratie ervan, op voorwaarde dat het operationeel gemotiveerd is en dat het noodzakelijk is voor de uitoefening van een welbepaalde opdracht. Na de eerste bewaarmaand is de toegang tot die persoonsgegevens en informatie enkel voor doeleinden van gerechtelijke politie mogelijk mits een schriftelijke en met redenen omklede beslissing van de Procureur des Konings. De toegang tot deze persoonsgegevens en informatie is beveiligd, alle toegangen worden dagelijks bijgewerkt en de concrete redenen van de bevragingen worden geregistreerd.

      Subsidiariteit van het gebruik van camera’s
      Cameratoezicht kan enkel een meerwaarde biedenindien het deel uitmaakt van een breder pakket van maatregelen. Het gebruik van vaste camera’s is een bijkomend hulpmiddel waardoorde politie efficiënter kan worden ingezet.

      Proportionaliteit van het gebruik van camera’s
      De plaatsing en het gebruik van vaste camera's kan fundamenteel bijdragen tot het verhogen van de veiligheid en de leefbaarheid in onze gemeenten. Garanties zullen moeten worden ingebouwd om de privacy van de omwonenden te garanderen (geen inkijk).
      Er moet steeds een evenwicht zijn tussen het cameratoezicht en het respect voor de persoonlijke levenssfeer. Er moet dus duidelijk gecommuniceerd worden over de aanwezigheid van camera's. Het voorstel inzake cameratoezicht voldoet aan de privacy-beginselen.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1: Principiële goedkeuring te verlenen aan de Politiezone Regio Tielt tot het plaatsen en gebruiken van camera’s overeenkomstig artikel 25/3 WPA, of op zichtbare wijze gebruik te maken van camera’s geplaatst door derden zoals bedoeld in artikel 25/1,&2 WPA, op het grondgebied van Tielt.

      Art. 2: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de Procureur des Konings en de Politiezone Regio Tielt.

    • Aanpassing reglement openbare bibliotheek

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

      Gemeenteraadsbeslissing houdende goedkeuring reglement openbare bibliotheek Ardooie

      Context en argumentatie

      Recent vulde +- 70 % van de Vlaamse bibliotheken de bibliotheekmonitor in van de VVBAD (vakvereniging van de bibliotheken en archieven). Wat opvalt is dat ongeveer 1/3 van de bibliotheken geen lidgeld meer aanrekenen en 3% rekent ook geen boetes meer aan.

      In Ardooie wordt nog steeds € 3,00 lidgeld aangerekend (voor wie ouder is dan 18 en jonger dan 60). Indien in Ardooie geen lidgeld meer wordt aangerekend zou dat betekenen dat er jaarlijks ongeveer € 1.200 minder inkomsten zijn. 

      Recent is Midwest overgegaan tot een samenwerkingsakkoord (zie onder): als je een lidkaart van € 5,00 koopt kan je in alle Midwest-bibliotheken materialen ontlenen. Het Ardooise bestuur heeft beslist om dit akkoord niet te ratificeren, o.a. omdat het lidgeld te Ardooie dan zou moeten verhoogd worden. 

      Door het wegvallen van lidgeld bibliotheek, kan het bibliotheekbezoek enkel worden gestimuleerd.

      Boetes zouden wel nog worden aangerekend, kwestie van een stok achter de deur te houden voor hardleerse leners.

      Momenteel wordt een borgsom (€ 12,50) gevraagd voor heel beperkt aantal leden. Gezien de vraag van borgsom amper voorkomt, voorstel om borgsom eveneens te schrappen.

      Tevens zijn enkele kleinere aanpassingen voorzien.

      Hiervoor dient aanpassing van reglement worden goedgekeurd in de gemeenteraad. 

      De bibliotheekraad gaf gunstig advies.

      Financiële impact

      Minder inkomsten t.b.v. ongeveer € 1.200

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Het bibliotheekreglement wordt aangepast als volgt:

      Art.3: Men wordt ingeschreven op voorlegging van het identiteitsbewijs.  Aan asielzoekers en vreemdelingen die in het buitenland wonen zal bij de inschrijving een  waarborgsom van € 12,5 worden gevraagd.  Die waarborgsom wordt onmiddellijk terugbetaald na het beëindigen van het lidmaatschap.  Iedereen die wordt ingeschreven, ontvangt een lenerskaart die kosteloos wordt afgeleverd;  Bij verlies wordt een nieuwe kaart afgeleverd tegen de betaling van € 1.

      Art.4: De inschrijving bedraagt € 3 per jaar.  Jongeren beneden de 18 jaar en senioren ouder dan 60 moeten geen inschrijvingsgeld betalen.
      De uitleen van gedrukte werken en dvd’s is kosteloos.
      Er moet geen inschrijvingsgeld betaald worden.  De uitleentermijn bedraagt drie weken.  Het aantal werken dat tegelijkertijd op één lenerskaart kan worden uitgeleend, is in principe tot vijf tien beperkt.

      Art.5:  .... Leerkrachten die tijdens het schooljaar boeken ontlenen voor klasgebruik binnen de gemeente kunnen genieten van een speciaal statuut, waarbij geen boetes worden aangerekend.  De tijdens het schooljaar uitgeleende boeken moeten echter voor 7 juli terug worden ingeleverd.  Vanaf 7 juli wordt het in art. 5 vermelde boetetarief aangerekend.

      Art.12: ....De referentiewerken en de recente tijdschriften kunnen enkel ter plaatse worden geraadpleegd.

      Art.16: ... Raadplegen van Internet door leners is enkel mogelijk na het voorleggen van de lidkaart van de Ardooise bibliotheek. Voor het downloaden van gegevens mogen enkel schijfjes gebruikt worden die in de bibliotheek gekocht werden. Deze schijfjes mogen in de bibliotheek slechts éénmaal gebruikt worden.

      Art.18: De privacyverklaring (Wise-systeem) is te vinden op : https://bibliotheek.be/privacyverklaring-bibliotheeksysteem

      De aanpassing van het bibliotheekreglement gaat in vanaf 1 januari 2024.

    • Reglement sociaal tarief tussenkomst maaltijden in lokaal dienstencentrum

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokale besturen van 22 december 2017

      Context en argumentatie

      Een lokaal dienstencentrum is gestart binnen de gemeente. Hierbij is ook restaurant waar maaltijd t.b.v. € 7,50 kan worden genoten.

      Nuttig dat bepaalde personen een sociaal tarief krijgen.

      Ontwerp van reglement is opgemaakt waarbij tussenkomst is voorzien van € 2,50/maaltijd voor bepaalde categorieën van personen.

      Financiële impact

      € 2,50/maaltijd/persoon tussenkomst

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Onderstaand reglement wordt goedgekeurd:

      Reglement sociaal tarief LDC buurtrestaurant

      1.ALGEMEEN

      De gemeente/OCMW verleent tussenkomst aan bepaalde personen die maaltijd nemen in LDC buurtrestaurant.

      2.DOELSTELLING EN DOELGROEP DIE IN AANMERKING KAN KOMEN

      De aanvrager voor maaltijden in LDC buurtrestaurant dient cumulatief aan volgende voorwaarden te voldoen:

      1          woonachtig zijn op het grondgebied Ardooie-Koolskamp

      2          alleenstaand, senior (de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben) of personen met een beperking

      3          niet of onvoldoende in staat zijn om regelmatig warme maaltijden zelf te bereiden ten gevolge van ziekte, lichamelijke en/of psychische ongeschiktheid of bijzondere sociale omstandigheden

      3.AANVRAAG

      De aanvraag kan schriftelijk, mondeling, per mail of telefonisch gericht worden aan:

      OCMW – Sociale Dienst                                 Lokaal Dienstencentrum BEN

      Polenplein 15                                                 Kortrijksestraat 54/0001

      8850 Ardooie                                                 8850 Ardooie

      051/74 03 73                                                  051/74 02 89

      Verantwoordelijke Brenda Bauwen              Centrumleider Rebecca Gayse 0491/34 42 03

      b.bauwen@ardooie.be                                  rebecca.gayse@benwzn.be

      4.TARIEVEN

      De kostprijs per maaltijd bedraagt € 7,50. Bij toepassing van het sociaal tarief bedraagt de kostprijs € 5,00 waarbij de gemeente een tussenkomst geeft van € 2,50/maaltijd. BEN vzw/LDC geeft periodiek overzicht van de tussenkomsten aan de gemeente en factureert per kwartaal aan de gemeente met melding “tussenkomst maaltijden LDC buurrestaurant”. Minimaal éénmaal per jaar verleent LDC aan de gemeente/OCMW overzicht van personen waarvoor tussenkomst is gegeven.

      5.BIJKOMENDE VOORWAARDEN:

      Wie van de eerder omschreven doelgroep komt in aanmerking voor het sociaal tarief (niet-cumulatief):

      -          Mensen in budgetbeheer, collectieve schuldenregeling, leefloon of financiële steun genieten van het Sociaal Huis Ardooie

      -          Mensen met verhoogde tegemoetkoming

      -          Op vraag van maatschappelijk werker OCMW

      6. INWERKINGTREDING

      Voormeld reglement treedt in werking op 1 september 2023 en geldt tot herziening.

    • Goedkeuren subsidie kinderopvang De Tassche

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

      Context en argumentatie

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 30 mei 2016 werd een toelage t.b.v. € 7.642,40 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2016.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 27 november 2017 werd een toelage t.b.v. € € 5.712 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2017.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 29 oktober 2018 werd een toelage t.b.v. € 6.964 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2018.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 28 oktober 2019 werd een toelage t.b.v. € 6.416,50 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2019.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 26 oktober 2020 werd een toelage t.b.v. € 7.322 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2020.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 25 oktober 2021 werd een toelage t.b.v. € 6.535 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2021.

      Bij beslissing van de gemeenteraad van 26 september 2022 werd een toelage t.b.v. € 6.734 toegekend voor voor- en naschoolse opvang aan de vrije basisschool De Tassche voor het kalenderjaar 2022.

      De gemeente is bereid om een toelage te verstrekken voor kalenderjaar 2023 die volstaat om (aangevuld met de ontvangsten) de voor- en naschoolse kinderopvang in de school De Tassche te organiseren.

      Een berekening van de toelage is gemaakt op basis van de ontvangsten.

      Financiële impact

      € 5.268,50

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Een toelage t.b.v. € 5.268,50 wordt toegekend aan de vrije basisschool De Tassche voor de organisatie voor- en naschoolse kinderopvang.

    • Zefier: uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering op dinsdag 19 december 2023

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en in het bijzonder op de artikelen 40 en 41

      Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, artikel 180

      De gemeente is vennoot van de de coöperatieve vennootschap (met beperkte aansprakelijkheid) Zefier, met zetel te Koning Albert II-laan 37, 1030 Schaarbeek en geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (RPR Brussel, Nederlandstalige afdeling) 0680.832.904 (“Zefier”)

      De statuten van de Zefier inzonderheid de artikelen 27 en 28

      Context en argumentatie

      Uitnodiging via e-mail van 12 juni 2023 tot de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023

      Gelet op de ter beschikking gestelde stukken

      Naar aanleiding van de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV”) dient Zefier uiterlijk tegen 1 januari 2024 haar statuten in overeenstemming te brengen met de dwingende bepalingen van het WVV

      In dat verband heeft de raad van bestuur van Zefier een ontwerp van statutenwijziging voorbereid, waarvan de ontwerptekst samen met een artikelsgewijze toelichting, een verslag betreffende de soorten van aandelen en een verslag betreffende coöperatieve finaliteit aan de stad/gemeente werden overgemaakt. Daarin stelt de raad van bestuur onder meer voor Zefier te laten voortbestaan als een coöperatieve vennootschap, aangezien Zefier kan worden geacht een coöperatieve finaliteit te hebben

      De wijzigingen aan de statuten van Zefier dienen notarieel te worden vastgesteld op een buitengewone algemene vergadering van Zefier. Deze algemene vergadering strekt er louter toe de wijzigingen zoals die zijn voorgesteld door de raad van bestuur goed te keuren. Om die reden en teneinde de praktische implementatie van de statutenwijziging te vereenvoudigen, stelt de raad van bestuur aan de vennoten van Zefier voor om een volmacht te verlenen teneinde de gemeente te vertegenwoordigen op deze buitengewone algemene vergadering

      Er zijn geen bezwaren voorhanden om de goedkeuring van de voorgelegde agendapunten te weigeren.

      Financiële impact

      Geen financiële gevolgen

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 De tijdige ontvangst te bevestigen van de oproeping voor de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 met bijhorende agenda en stukken.

      Art. 2 Kennis te nemen van de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 en van de bijhorende stukken. De in deze stukken opgenomen motivering wordt bijgetreden.

      Art. 3 De statutenwijziging van Zefier zoals zij werd voorgelegd integraal goed te keuren.

      Art. 4 De heer Philippe Rossie, secretaris van Zefier, iedere advocaat of medewerker van het advocatenkantoor Stibbe (met zetel te Loksumstraat 25, 1000 Brussel) en iedere medewerker van het notariskantoor Berquin (met zetel te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel), alleen handelend en met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, als afgevaardigde aan te duiden op de buitengewone algemene vergadering van Zefier, waarbij de afgevaardigde handelt volgens de steminstructies van de gemeenteraad.

      Art. 5 Opdracht te geven aan de afgevaardigde om op de buitengewone algemene vergadering van Zefier alle punten van de agenda goed te keuren. Eveneens opdracht te geven aan de afgevaardigde om alle overige handelingen en/of transacties te stellen die nodig zijn of nuttig kunnen zijn in het kader van de voorgenomen buitengewone algemene vergadering.

    • Goedkeuren agenda en vaststellen mandaat vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest op 19 december 2023

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Regelgeving

      Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering

      Context en argumentatie

      De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Gaselwest

      De gemeente werd per aangetekend schrijven van 28 september 2023 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Gaselwest die op 19 december 2023 plaatsheeft in “het Fluvius-gebouw, P. Kennedypark 12, te 8500 Kortrijk”

      Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 28 september 2023 overgemaakt.

      Een infovergadering is gehouden op datum van 28 september 2023 te Kuurne waarbij alle raadsleden waren uitgenodigd.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Gaselwest dd 19 december 2023:

      1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2024 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2024.
      2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.
      3. Desgevallend aanvaarding uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten.
      4. Statutaire benoemingen.
      5. Statutaire mededelingen.

      Art. 2 De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Gaselwest op 19 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

      Artikel 3 Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Gaselwest, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Varia

    • Varia

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Krist Soenens, Burgemeester-Waarnemend
      Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Gino Deceuninck, Gemeenteraadslid
      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Krist Soenens, Véronique Buyck, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dieter Vanovertveldt, Dominiek Pillaert
      Resultaat: Met 18 niet gestemd

De voorzitter sluit de zitting op 23/10/2023 om 21:00.

Namens Gemeenteraad,

Dominiek Pillaert
Algemeen directeur

Hein Defour
Voorzitter