Terug
Gepubliceerd op 21/12/2023

Besluit  OCMW-raad

ma 18/12/2023 - 20:15

Aanpassing rechtspositieregeling, meer bepaald art.199 en 202

Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
Véronique Buyck, Burgemeester
Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
Chantal Vande Vyvere, Gino Deceuninck, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, OCMW-raadsleden
Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Dieter Vanovertveldt, Gemeenteraadslid
regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Rechtspositieregeling van het OCMW Ardooie goedgekeurd in de OCMW-Raad van 2 december 2014

Besluit Vlaamse Regering van 20 januari 2023 inzake rechtspositieregeling

context en argumentatie

Elk personeelslid heeft voor een volledig jaar met volledige prestaties recht op minstens 30 werkdagen en maximaal 35 werkdagen betaalde vakantie. Het is aan het bestuur om te bepalen hoeveel vakantiedagen er binnen de organisatie worden toegekend. Hierin vallen ook de anciënniteitsdagen, de vroegere leeftijdsdagen, enz. 

Echter, dit gold niet voor de personeelsleden die onder oud artikel 104 § 6 van het OCMW-decreet (= thans artikel 186 §2 Decreet Lokaal Bestuur) vallen. Met name is dit o.a. het personeel van de diensten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers (o.a. diensten gezinszorg)  

Overeenkomstig artikel 138 BVR RPR OCMW 2010 hebben deze personeelsleden recht op 26 vakantiedagen. Dit geldt voor de personeelsleden die in dienst zijn gekomen na 1 januari 2011 (voor de overgangsregeling: zie artikel 156 BVR RPR OCMW 2010).

Het BVR RPR 2023 geeft de mogelijkheid om aan de personeelsleden die onder oud artikel 104 § 6 van het OCMW-decreet (= thans artikel 186 §2 Decreet Lokaal Bestuur) vallen tussen de 26 en 35 vakantiedagen toe te kennen.

Personeel poetsdienst en maaltijdbedeling die in dienst zijn gekomen na 1 januari 2011 hebben momenteel minder vakantie- en feestdagen dan personeelsleden in dezelfde dienst tewerkgesteld maar die reeds voor 2011 in dienst waren. 

Voorstel om aan deze personeelsleden dezelfde vakantierechten toe te kennen als aan de andere personeelsleden. 

Gunstig advies werd gegeven in bijzonder overlegcomité van 18 december 2023.

Publieke stemming
Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Gino Deceuninck, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere, Dominiek Pillaert
Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Chantal Vande Vyvere, Gino Deceuninck, Kimara Goethals, Veerle Dejaeghere, Mario Devroe, Linda Devisch, An Vanantwerpen, Ward Callewaert, Sibylle Vanhaverbeke, Stijn Vanhee, Wesley Lannoo, Elien Rosseel, Rudi Debusschere
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
besluit

De rechtpositieregeling voor OCMW-personeel goedgekeurd in Raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 2 december 2014 wordt als volgt aangepast: 

Art. 199. §1. Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 33 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig arbeidsjaar.

In afwijking van het eerste lid, heeft het personeel, vermeld in artikel 104, § 6, van het OCMW-decreet, recht op zesentwintig werkdagen betaalde vakantie voor een volledig arbeidsjaar.

Het arbeidsjaar dat in aanmerking wordt genomen als referentiejaar is het lopende arbeidsjaar voor wat betreft de statutairen (publieke vakantiestelsel) en is het vorige arbeidsjaar voor wat betreft de contractuelen (private vakantiestelsel).

Wanneer het personeelslid de leeftijd van 50 jaar bereikt, wordt één extra vakantiedag toegekend. Wanneer het personeelslid de leeftijd van 55 jaar bereikt, wordt een bijkomende vakantiedag toegekend. Voor het bepalen van de duur van het verlof wordt de leeftijd in aanmerking genomen die het personeelslid bereikt heeft op 1 juli van het jaar.

In afwijking van het vijfde lid, heeft het personeel, vermeld in artikel 104, § 6, van het OCMW-decreet, geen recht op deze extra vakantiedagen.

Wegens ongelijke verdeling van het aantal arbeidsuren over de week voor personeelsleden met een specifieke arbeidsregeling, wordt het aantal dagen jaarlijkse vakantie omgerekend in vakantie-uren. Deze omrekening in uren gebeurt volgens volgende formule: Aantal dagen X (38/5) X prestatiebreuk. Als de berekening niet leidt tot een geheel getal, wordt dit afgerond naar het bovenliggende geheel getal.

De vakantiedagen kunnen in principe worden genomen naar keuze van het personeelslid. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid.

Met het oog op de goede werking van de interne en externe diensten wordt jaarlijks per dienst een interne nota opgemaakt met organisatorische afspraken.

De aanvraag wordt ingediend bij de hiërarchische meerdere die door de OCMW-secretaris hiervoor werd aangeduid.

Art. 202. §1. Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december en 26 december.

In afwijking van het eerste lid, heeft het personeel, vermeld in artikel 104, § 6, van het OCMW-decreet, met behoud van de toepassing van de wet betreffende de feestdagen van 4 januari 1974 en het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. Het personeelslid heeft, in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende invoering van 11 juli als Vlaamse vakantiedag, ook betaalde vakantie op 11 juli.