Terug
Gepubliceerd op 02/05/2025

Notulen  Gemeenteraad

ma 24/03/2025 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
Véronique Buyck, Burgemeester
Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
Dominiek Pillaert, Algemeen directeur

De voorzitter opent de zitting op 24/03/2025 om 20:00.

  • Openbaar

    • Goedkeuren vorig verslag

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Besluit

      Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.

      Mededeling dat de volgende gemeenteraad zal starten om 20u30 i.p.v. 20u00

    • Reglement registratie en belasting van leegstaande woningen en gebouwen

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Regelgeving

      Grondwet, art. 170, § 4.
      Vlaamse Codex Wonen van 2021, art. 2.9 - 2.14.
      Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, art. 2.14.
      Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
      Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
      Bestuursdecreet van 7 december 2018.

      Context en argumentatie

      De Vlaamse Codex Wonen van 2021 stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

      Gemeenten kunnen, zoals bepaald in de Vlaamse Codex Wonen, een register van leegstaande woningen en gebouwen bijhouden.

      Daarbij kunnen ze nadere materiële en procedurele regels voor het leegstandsregister bepalen.

      Er zijn meerdere redenen om leegstaande woningen en gebouwen te registreren en te belasten:

      • Leegstand is de voorbode van verkrotting: een toestand waarin woningen en gebouwen minder waard of zelfs gevaarlijk zijn, wat niet enkel voor de eigenaar, maar ook voor de gemeente een verarming betekent.
      • Leegstaande woningen en gebouwen vormen makkelijker het mikpunt van vandalisme, krakers, vervuiling en worden soms ook gebruikt als schuilplaats voor illegale of criminele activiteiten.
      • Leegstand creëert een gevoel van onveiligheid, wat een hogere inzet van politie- en veiligheidsdiensten vraagt.
      • Leegstaande woningen of gebouwen maken het minder aantrekkelijk voor andere eigenaars in de straat of in de buurt om hun woning te renoveren of te verbeteren.
      • Sommige eigenaars laten woningen en gebouwen leegstaan louter om speculatieve redenen, in de hoop op hogere prijzen in de toekomst. Zij dragen echter niet bij aan de kosten die leegstand met zich mee brengt.
      • Leegstaande woningen en gebouwen in de gemeente verhogen onnodig het ruimtebeslag, terwijl de ecologische en maatschappelijke druk steeds groter wordt om hier zuinig mee om te gaan.
      • Woningen die zonder reden leegstaan, dragen bij aan de schaarste aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen en drijven huur- en verkoopprijzen op. Tegelijk is er een grote groep in de samenleving die moeilijk aan een goede woning raakt die ze kan betalen. De Vlaamse en lokale overheden stoppen jaarlijks veel middelen in het betaalbaar en toegankelijk houden van de woningmarkt. Onder die omstandigheden is het verantwoord om instrumenten als leegstandsbestrijding in te zetten om het aanbod te vergroten en te helpen de prijzen te beheersen.
      • De strijd tegen leegstaande woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in het leegstandsregister ook leidt tot een belasting.

      De vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

      Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven. Door de bedragen te verhogen, wordt meer druk gezet op de eigenaars om de leegstand van de woning/gebouw zo spoedig mogelijk te beëindigen.

      Het bestaande reglement van 23 december 2013, gewijzigd in 19 december 2016 en 23 december 2019 dient aangepast te worden.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art 1 Begripsomschrijvingen

      Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsomschrijvingen van het artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.                              

      In dit reglement wordt verstaan onder: 

      1° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid dat door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;

      2° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

      3° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

      a) een aangetekend schrijven;

      b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

      4° gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. ;

      5° kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

      6° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

      De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

      6°/1 leegstaand gebouw met economische functie: gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

      7° leegstaande woning:

      Een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie die blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning die voor die woning is uitgereikt. Bij een woning waarvoor er geen vergunning of melding is, of waarvan de functie niet duidelijk blijkt uit een vergunning of melding, wordt de functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van de woning dat voorafging aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden

      8° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals vermeld in artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

      9° leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

      10° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen

      11° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;

      12° woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

      13° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning;

      Hoofdstuk 1: Leegstandsregistratie

      Art. 2 Leegstandsregister

      §1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

      1° een lijst “leegstaande gebouwen”;

      2° een lijst “leegstaande woningen”.

      Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

      §2. In het leegstandsregister worden  de volgende gegevens opgenomen:

      1° het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

      2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

      3° de identiteit en het (de) adres(sen) van de houder(s) van het zakelijk recht;

      4° de datum van de administratieve akte,

      5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

      Art. 3 Registratie van leegstand

      §1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

      §2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.

      §3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

      • het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;
      • het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;
      • het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;
      • een volle brievenbus gedurende lange tijd
      • een verwaarloosde of slecht onderhouden tuin of omgeving (lang gras, onverzorgd, ….)
      • rolluiken die langdurig neergelaten zijn
      • het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;
      • de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;
      • dichtgemaakte of opgeheven raamopeningen (dicht geplakt, dicht geschilderd)
      • vernielingen aan of in de woning of aan de omgeving van de woning
      • ernstig vervuild glaswerk of buitenschrijnwerk
      • de woning is niet bemeubeld
      • een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;
      • de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
      • getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;
      Deze lijst is een niet limitatieve opsomming.

      Art. 4 Kennisgeving van registratie

      De houder(s) van het zakelijk recht wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

      • de administratieve akte met inbegrip van  het beschrijvend verslag.
      • informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister
      • informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister
      • informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister 

      Art. 5 Beroep tegen registratie

      §1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een houder van het zakelijk recht bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

      • de identiteit en het adres van de indiener;
      • de vermelding van het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
      • de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

      Als  datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd .

      Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 

      §2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

      §3. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

      • als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;
      • als het beroepschrift niet uitgaat van een houder van het zakelijk recht, of;
      • als het beroepschrift niet is ondertekend.

      §4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener. 

      Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

      §5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

      §6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend aan de indiener van het beroep.

      §7. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

      Art. 6 Schrapping uit het leegstandsregister

      §1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste tien opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de woonfunctie.

      De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

      Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 6°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

      De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

      §2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

      • de identiteit en het adres van de indiener;
      • de vermelding van het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
      • de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

      Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

      De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

      Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

      Hoofdstuk 2. De belasting

      Art. 7 Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

      §1 Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

      De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1.

      §2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

      Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

      Art. 8 Belastingplichtige

      §1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

      §2. In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. In geval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

      §3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er  voorafgaandelijk  van in kennis dat het goed is opgenomen  in het leegstandsregister.

      De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

      Art. 9 Tarief van de belasting

      De belasting bedraagt:

      -       € 1.500 voor een leegstaand gebouw; 

      -       € 1.500 voor een leegstaande woning; 

      -       € 900 voor een leegstaande kamer.

      Als het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

      -       € 3.000 voor een leegstaand gebouw

      -       € 3.000 voor een leegstaande woning

      -       € 1.800 voor een leegstaande kamer

      Als het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

      -       € 4.500 voor een leegstaand gebouw

      -       € 4.500 voor een leegstaande woning

      -       € 2.700 voor een leegstaande kamer

      Als het gebouw of de woning een vierde of latere opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting:

      -       € 6.000 voor een leegstaand gebouw

      -       € 6.000 voor een leegstaande  woning

      -       € 3.600 voor een leegstaande kamer

      Art. 10 Vrijstellingen

      §1. De houder van het zakelijk recht kan een beroep doen op de vrijstellingen vermeld in §2. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken, moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen.

      Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het college van burgemeester en schepenen.

       §2. Van de leegstandsbelasting vrijgesteld is de belastingplichtige:

      1° die recent een zakelijk recht heeft verkregen over de woning of het gebouw, en dat voor een periode van één jaar die volgt op de volledige overdracht van het gebouw of de woning;

      2° die een renovatienota of -schema voorlegt met daarin tekeningen en een opsomming van de werken, waaruit blijkt dat het pand effectief gerenoveerd wordt, en dat voor een periode van één jaar. De belastingplichtige kan aansluitend een tweede jaar vrijgesteld worden, als hij aantoont dat in het jaar voorafgaand aan de aanvraag vooruitgang in de renovatiewerken is geboekt;

      3° van wie de handelingsbekwaamheid wordt beperkt door een gerechtelijke beslissing, en dat voor een periode van één jaar die volgt op de gerechtelijke beslissing;

      4° van wie het pand binnen de grenzen ligt van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid;

      5° van wie het pand niet gebruikt kan worden door een betredingsverbod of een verzegeling in het kader van een gerechtelijk onderzoek;

      6° van wie het pand vernield of beschadigd is door een plotse ramp die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, en dit voor een periode van drie opeenvolgende jaren die volgt op de datum van de ramp;

      7° die aantoont dat hij geen einde aan de leegstand kan maken wegens een situatie van overmacht.

      Art. 11 Inkohiering

      De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

      Art. 12 Bezwaar

      §1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

      §2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

      Art. 13 Inwerkingtreding

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en heft op en vervangt vanaf die dag het gemeentelijk reglement van 23 december 2013, gewijzigd in 19 december 2016 en 23 december 2019.

      Woningen en gebouwen die opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsregister voor die datum blijven opgenomen met dezelfde opnamedatum.

      Vrijstellingen die toegekend zijn op basis van het reglement van 23 december 2013, gewijzigd in 19 december 2016 en 23 december 2019 blijven geldig voor de duurtijd die in dat reglement is voorzien.

      Art. 14

      Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

    • Goedkeuren belastingreglement op openbare markt op zondag te Ardooie.

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Regelgeving

      Grondwet inz. art.170§4,

      Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inz. art. 40 en 41,

      Decreet van 30 mei 2008 houdende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

      Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023  artikelen 8 tot en met 10,

      Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 en 22 september 2023, artikel 15 en 23 tot en met 44,

      Gemeenteraadsbeslissing van 11 maart 2013 houdende “goedkeuring belastingreglement op openbare markt op zondag te Ardooie".

      Context en argumentatie

      Het retributiereglement op openbare markt op zondag te Ardooie dateert van 2013 en dient te worden geactualiseerd. 

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 Toepassing

      Onder “gebruik van openbaar domein ter gelegenheid van de openbare markt op zondag” moet worden verstaan:

      • Alle standhouders op de openbare markt die, hetzij toevallig, hetzij op regelmatige basis, een standplaats innemen op de openbare markt op zondag op het Polenplein te Ardooie. 

      Art. 2 Heffingsgrondslag

      Er wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op het gebruik van openbaar domein naar aanleiding van de markt op zondag, a rato van het aantal ingenomen lengtemeter, waarbij een minimum van 5 lengtemeter in aanmerking genomen wordt.

      Art. 3 Bedrag van de belasting voor openbare markten

      De belasting voor inname van openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt,
      wordt als volgt vastgesteld:

      a. Losse standhouder: € 1,30 per lopende meter standplaatslengte met een diepte van maximum drie meter. Het minimumbedrag wordt vastgesteld op € 6,50 per marktdag. Occasionele gebruikers van openbaar domein die een gelegenheidsstandplaats innemen tijdens de markt, maar die geen commerciële doeleinden beogen, zijn vrijgesteld van de belasting. Zij kunnen maximaal één keer per jaar een gelegenheidsplaats innemen.

      b. Regelmatig komende marktkramers met een wekelijks abonnement, hebben keuze tussen:

        • Jaarabonnement voor de periode van januari t.e.m. december. 

      Het bedrag wordt bepaald op het aantal lopende meter standplaats x € 1,30 x 48 marktdagen; de maximumdiepte van de standplaats bedraagt drie meter.
      Het minimumbedrag van het abonnement wordt vastgesteld op € 312,00 per jaar.

        • Halfjaarlijks of zesmaandelijks abonnement voor de periodes:
          • Vanaf januari t.e.m. juni
          • Van juli t.e.m. december
          • Van april t.e.m. september
          • Van oktober t.e.m. maart

      Het bedrag wordt bepaald op het aantal lopende meter standplaats x € 1,30 x 25 marktdagen; de maximumdiepte van de standplaats bedraagt drie meter. Het
      minimumbedrag van het abonnement wordt vastgesteld op € 162,50 per zes maanden.

      c. Regelmatig komende marktkramers met een tweewekelijks abonnement, hebben keuze tussen:

        • Jaarabonnement voor de periode van januari t.e.m. december.

      Het bedrag wordt bepaald op het aantal lopende meter standplaats x € 1,30 x 24 marktdagen; de maximumdiepte van de standplaats bedraagt drie meter.
      Het minimumbedrag van het abonnement wordt vastgesteld op € 156,00 per jaar.

        •  Halfjaarlijks of zesmaandelijks abonnement voor de periodes:
          • Van januari t.e.m. juni
          • Van juli t.e.m. december
          • Van april t.e.m. september
          • Van oktober t.e.m. maart

      Het bedrag wordt bepaald op het aantal lopende meter standplaats x € 1,30 x 13 marktdagen; de maximumdiepte van de standplaats bedraagt drie meter.
      Het minimumbedrag van het abonnement wordt vastgesteld op € 84,50 per zes maanden.

      De keuze tussen jaarabonnement of zesmaandelijks abonnement dient bij de aanvang van het abonnement opgegeven te worden. Wijzigingen zijn slechts mogelijk per dienstjaar en dienen tegen uiterlijk 15 december van het voorafgaande dienstjaar meegedeeld te worden aan de marktverantwoordelijke. Tijdens het lopende dienstjaar is wijziging niet mogelijk.
      Abonnementen die in de loop van het dienstjaar starten, worden verrekend a rato van de vastgestelde tarieven per abonnement, met aftrekking van de reeds verstreken periode.

      Art. 4 Wijziging of stopzetting abonnement

      Er wordt geen ontlasting verleend van reeds gekweten belasting, zelfs wanneer de betrokken marktkramers en/of ambulante handelaars in de loop van het jaar of de zesmaandelijkse periode waarvoor werd betaald, ophouden hun standplaats in te nemen, behoudens in geval van overmacht of buitengewone omstandigheden, door het College van Burgemeester en Schepenen te beoordelen.

      Art. 5 Opmeting standplaats

      De opmeting van de ingenomen standplaats wordt gedaan door een afgevaardigde van het College van Burgemeester en Schepenen.

      De opmeting wordt gedaan tussen de meest uitstekende delen, de holten worden als aangevuld aanzien. De kramen die rond zijn worden als vierkant aanzien; de gedeelten van een meter worden als een volle meter aangerekend.

      Art. 6 Invordering

      Voor de losse standhouders wordt de belasting per kwartaal aangerekend.

      Voor de geabonneerde marktkramers wordt de belasting ingevorderd bij het begin van de abonnementsperiode.

      In beide gevallen dient de belasting tijdig te worden voldaan per overschrijving aan de gemeente. Wanneer de betalingen niet tijdig worden ontvangen, kan het College van Burgemeester en Schepenen het toekennen van een standplaats verbieden. Bij gebrek aan tijdige betaling wordt de belasting ingekohierd.

      Art. 7 Aansluiting op de elektriciteitskast

      Er kan een vergoeding als een vast recht worden gevraagd bij aansluiting op de elektriciteitskast. Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt het bedrag van het vast recht. De betaling van het vast recht wordt per kwartaal aangerekend en dient tijdig betaald te worden per overschrijving aan de gemeente. Bij niet-vereffening kan afnemen van elektriciteit verboden worden.

      De aansluiting dient vooraf aangevraagd te worden.

      Art. 8 In werking treden en bekendmaking

      Dit reglement treedt in werking op 1 april 2025 en heft voorgaand gemeentelijk reglement van 11 maart 2013 op.

      Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website www.ardooie.be

    • Goedkeuren reglement m.b.t. ambulante handel op de openbare markten en op het openbaar domein

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Regelgeving

      Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40

      Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023  artikelen 8 tot en met 10

      Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 en 22 september 2023, artikel 15 en 23 tot en met 44

      Context en argumentatie

      Volgens artikel 8 §1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, geregeld bij gemeentelijk reglement

      Volgens artikel 9 § 1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, geregeld bij gemeentelijk reglement

      Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      AFDELING 1 : Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten 

      Artikel 1. Gegevens van openbare markten (wet art. 8 §2)

      De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markt in :

      Plaats: Ardooie, Polenplein

      Dag: Zondag

      Uur: De verkoop begint om 6u30 en eindigt om 12u30. Ten vroegste vanaf 6u00 mag begonnen worden met het opstellen van de kramen. Om 13u30 moet de markt ontruimd zijn.

      Specialisatie: divers

      De gemeenteraad vertrouwt aan het College van Burgemeester en Schepenen de bevoegdheid toe om de markten in te delen en wijzigingen op te nemen.

      Het college van Burgemeester en Schepenen beslist autonoom wanneer de openbare markt op zondag niet kan doorgaan of moet verplaatst worden. (bv. tijdens kermisdagen, weekend St.Maartensstoet).

      De kramen van de marktkramers, die in het bezit zijn van een abonnement, moeten vóór 8u00 opgesteld zijn.

      Standplaatsen van houders van een abonnement, die niet tijdig zijn ingenomen, kunnen toegewezen worden aan personen die zich ‘op risico’ hebben aangeboden.

      Het marktreglement zal aan elke marktkramer die over een abonnement beschikt overhandigd worden. Het zal ook bekend gemaakt worden via de gemeentelijke website.

      Afdeling 1.1 : Toewijzing standplaatsen

      Artikel 2. Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

      Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen.

      Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:

      1° de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico's;

      2° bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

      De burgemeester of zijn afgevaardigde kan ook altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

      De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan wie producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt met het oog op de verkoop. (cf. afdeling 3 van dit reglement)

      Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot 1 (wet art 8)

      Artikel 3. Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 23)

      De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:

      • hetzij per abonnement (maximum 95 % van het totaal aantal standplaatsen);

      • hetzij van dag tot dag (minimum 5 % van het totaal aantal standplaatsen).

      Artikel 4. Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27)

      De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aankomst op de markt, in voorkomend geval, op basis van de gevraagde standplaats en specialisatie. Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.

      Het College van Burgemeester en Schepen beperkt de losse plaatsen evenwel per categorie in aantal.

      De marktkramers, houders van de machtiging als werkgever, bieden zich vóór het gemeentehuis (Polenplein) aan bij de marktleiding voor 08u30.

      Betreffende marktkramers zijn in het bezit van voornoemde machtiging die ze, samen met hun identiteitskaart, aan de marktleiding voorleggen.

      De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn. Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, ondertekent een bewijs van aanwezigheid. De standplaats wordt per kwartaal aangerekend en dient tijdig te worden voldaan per overschrijving aan de gemeente. Wanneer de betalingen niet tijdig worden ontvangen, kan het College van Burgemeester en Schepenen het toekennen van een standplaats verbieden.

      Artikel 5. Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

      5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30,)

      Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de burgemeester of zijn afgevaardigde na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 5.2.

      Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren via de website (www.ardooie.be).

      De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.

      De kandidaturen kunnen ingediend worden :

      -          per mail, per duurzame drager
      -          per post, postdatum geldt als indieningsdatum
      -          per aangetekende zending

      binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature (in voorkomend geval). Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

      5.2. Register van de kandidaturen (KB art. 31)

      Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst chronologisch bijgehouden in een register van kandidaturen met registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur

      Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit register steeds geraadpleegd worden.

      De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

      Om de 3 jaar moeten de kandidaten opgenomen in het register hun kandidatuur bevestigen om in het register opgenomen te blijven.

      5.3. Volgorde van toekenning standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31)

      Teneinde enige variatie in het aanbod te behouden en de leefbaarheid van het marktgebeuren te bevorderen, bepaalt het College van Burgemeester en Schepenen, naargelang de noden van het marktgebeuren, het aantal standplaatsen voor abonnementen.

      Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen, met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen :

      1. personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing van de markt of een deel van de standplaatsen ;
      2. personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;
      3. personen die een wijziging van hun standplaats vragen;
      4. de externe kandidaten met een specialisatie die nog niet bestaat op de markt
      5. andere externe kandidaten.

      De standplaatsen worden binnen elke categorie, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie en tenslotte volgens datum chronologisch geordend.

      Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :

      a) voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

      b) voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting. Er zal hier rekening worden gehouden met het feit dat de standplaatsen worden toegewezen rekening houdend met de lijst van koopwaren.

      5.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen per abonnement (KB art. 33)

      De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager :

      -          bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;
      -          of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;
      -          of bij elektronische post (duurzame drager) met ontvangstbewijs.

      5.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34)

      Een plan en/of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats, toegewezen per abonnement, vermeld staat :

      -         de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst  de standplaats werd toegekend;
      -         in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon of maatschap aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;
      -         het ondernemingsnummer;
      -         de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;
      -         de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;
      -         indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;
      -         de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze vastgelegd is (via retributiereglement);
      -         desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

      De marktkramers die houder zijn van een abonnement zijn ertoe gehouden elke wijziging schriftelijk mee te delen aan het College van Burgemeester en Schepenen.

      Het is de marktkramers die houder zijn van een abonnement verboden om artikelen behorend tot een andere categorie te verkopen dan deze vermeld in het register. Indien de marktkramer artikelen van een andere categorie wenst te verkopen, dient dit voorafgaandelijk schriftelijk ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen. Slechts na voorafgaandelijke goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen kunnen er artikelen van een andere categorie worden verkocht

      Artikel 6: Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten op openbare markt (KB art 21)

      Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op de openbare markt, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken.

      Het bord bevat volgende vermeldingen:

      1. hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;
      2. de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;
      3. al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingzetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;
      4. het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

      Afdeling. 1.2 : Abonnementen

      Artikel 7. Periodiciteit van abonnement (KB art. 32 en 37) 

      De abonnementen worden toegekend voor de duur van 12 maanden.

      Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd behoudens anders bepaald door de aanvrager (cf. artikel 8 en 9 van dit marktreglement) en behoudens intrekking bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op duurzame drager tegen ontvangstbewijs door de burgemeester  of zijn afgevaardigde in de gevallen bepaald in artikel 10 van dit marktreglement

      Een seizoensgebonden activiteit (art 37 KB) is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.
      De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen.

      Artikel 8. Opschorting abonnement  (KB art. 32,)

      De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

      -          door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest
      -          door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

      De opschorting gaat in de dag waarop de burgemeester of zijn afgevaardigde op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.
      De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

      Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats.

      Artikel 9.  Afstand van het abonnement (KB art. 32)

      De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

      -          bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen
      -          bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen
      -          indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.
      -          op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

      De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

      De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

      -          bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs
      -          overhandiging tegen ontvangstbewijs
      -          op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

      Artikel 10. Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid)

      Het abonnement zal door het College van Burgemeester en Schepenen geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

      -          bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding
      -          bij afwezigheid gedurende drie opeenvolgende weken zonder de marktleider vooraf of tijdens zijn eerste week van afwezigheid ervan op de hoogte te stellen
      -          bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 13 van onderhavig gemeentelijk reglement
      -          wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement
      -          bij verval of intrekking van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten
      -          wanneer de marktkramer zich niet houdt aan de eisen i.v.m. reinheid van de marktplaats (Art. 15)
      -          wanneer het College van Burgemeester en Schepen vaststelt dat de marktkramer herhaaldelijk de orde op de openbare markt verstoort
      -          ingeval de vaste deelnemer niet minimaal 75% van de periode van zijn abonnement effectief deelneemt aan de markt

      De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

      Artikel 11. Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

      Wanneer de openbare markt of een deel van de standplaatsen  definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement

      Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

      Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare markt of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

      In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hiervan afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.
      Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 5.3).

      Artikel 12. Inname standplaatsen (KB art. 26)

      De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door: 

      1. de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen;
      2. de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, 
      3. de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent
      4. de echtgenoot of echtgenote of de wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
      5. de personen die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

      De personen vermeld in B. tot E. kunnen de standplaatsen innemen, die toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuurd.

      Wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt, kan, mits voorafgaande toelating van de gemeente, ook een standplaats innemen.

      Artikel 13. Overdracht standplaats (KB art. 35)

      De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

      1. De overnemer is in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteitenen en zet de specialisatie van de overlater voort op de overgedragen standplaats. Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijven bij de het college van burgemeester en schepenen.
      2. binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

      De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Ingeval van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd.

      De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de burgemeester of zijn afgevaardigde heeft vastgesteld dat :

      1. de overnemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.
      2. overnemer het aantal toegestane standplaatsen per onderneming (cf. artikel 2 van dit  reglement) niet overschrijdt.
      3. de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2  van dit reglement

      Artikel 14. Gebruik van elektriciteit en verwarmingstoestellen

      De mogelijkheid wordt aan de marktkramers geboden elektriciteit af te nemen voor verlichting of bereiding van hun koopwaar (volgens de beperkingen van de aanwezige elektrische infrastructuur).

      De kramers dienen zelf de elektrische leidingen te leggen vanaf het verdeelpunt tot hun kraam. Bij ongeval of defect aan de elektrische installatie kan het gemeentebestuur niet aansprakelijk worden gesteld.

      Er kan een vergoeding als een vast recht worden gevraagd bij aansluiting op de elektriciteitskast. Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt het bedrag van het vast recht. De betaling van het vast recht gebeurt per kwartaal. Bij niet-vereffening kan afnemen van elektriciteit verboden worden.

      Deze marktkramers moeten beschikken over een behoorlijk werkend en onmiddellijk te bereiken brandblustoestel. Het aansluiten van elektrische verwarmingstoestellen op de gemeentelijke stroomverdelingskasten is verboden.

      Artikel 15. De reinheid van het marktplein

      De marktkramers en standwerkers moeten hun standplaats voortdurend rein houden. Ze moeten alle afval, niet verkochte waren of verpakkingen verzamelen zowel tijdens als na de markt. Iedere marktkramer moet zelf instaan voor de opruiming van het afval en zwerfvuil voortkomende van zijn marktactiviteit.

      Overtredingen zullen overeenkomstig artikel 10 gesanctioneerd worden.

      De vishandelaars dienen in het bezit te zijn van een bak waarvan hen het bezit is opgelegd bij Ministerieel besluit van 15.06.1953.
      De marktkramers moeten ervoor zorgen dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen/producten op de grond druipen/liggen. Indien dit voor vloeistoffen onmogelijk blijkt, moeten de marktkramers deze vloeistoffen in emmers of waterdichte kuipen opvangen. 

      De marktkramer zal dan ook aansprakelijk worden gesteld voor de door hem aangerichte schade.

      Artikel 16. Verplichtingen voor standhouders

      Elke standhouder heeft de verplichting op een positieve wijze bij te dragen tot een vlot verloop van de markt en hinder te vermijden. Tevens moet hij alle veiligheidsmaatregelen nemen die nodig of nuttig zijn om brand, diefstal of andere schade of verliezen te voorkomen.
      De marktkramers moeten zich gedragen naar de onderrichtingen verstrekt door de marktleider wat het plaatsen, uitstallen, opruimen en dergelijke van hun koopwaar betreft.

      Aan de handelaars, wiens bedrijf gevestigd is op de plaats waar de markt wordt gehouden, is het toegelaten, gedurende de openingsuren van de markt, waren die het voorwerp uitmaken van hun handel op het voetpad vóór hun winkel of woonhuis te koop te stellen, op voorwaarde dat deze standplaats geen deel uitmaakt van het marktplan. In deze gevallen mag niet meer dan de helft van de breedte van het voetpad worden ingenomen en moet het uitstallen van de koopwaren plaatshebben langs de zijde van de gebouwen.

      De standhouders kunnen eventuele klachten of vermeende onrechtvaardigheden uiten bij de marktleider of schriftelijk bezorgen aan het College van Burgemeester en Schepenen.

      AFDELING 2 : Organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten

      Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn niet vooraf bepaald

      Artikel 17. Toepassingsgebied (KB art. 38)

      Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen, moet dit voorafgaand aanvragen bij de burgemeester of zijn afgevaardigde.

      Artikel 18. Voorafgaande machtiging

      18.1. Aanvraag machtiging

      Om een standplaats in te nemen zoals vermeld in artikel 17 moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden bij de gemeente Ardooie, Polenplein 15, 8850 Ardooie.

      18.2. Beslissing machtiging

      In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :

      -          identiteit van de aanvrager
      -          de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen
      -          de plaats
      -          de datum en duur van de verkoop

      De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen :

      -          redenen van openbare orde en veiligheid
      -          redenen van volksgezondheid
      -          bescherming van de consument
      -          wanneer de voorwaarden vermeld in artikel 2 niet in orde zijn
      -          de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

      De burgemeester of zijn afgevaardigde zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

      Artikel 19. Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen

      De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. artikel 12) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

      Artikel 20. Toewijzingsregels losse standplaatsen (KB art. 43 §2)

      De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.

      Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting.

      Artikel 21. Toewijzingsregels en bepalingen  abonnement

      Hier gelden dezelfde toewijzingsmodaliteiten al deze die van toepassing zijn voor abonnementen op de openbare markten. Voorwaarden inzake melding van vacature (Cf. artikel 5.1 van dit reglement) geldt niet.

      Artikel 22. Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten ( KB art 21)

      De identificatievereiste die hier van toepassing is, is deze  die van toepassing is voor elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op de openbare markt (cf. artikel 6)

      AFDELING  3 : Verkopen van producten of diensten met niet-commercieel karakter

      Artikel 23. Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)

      Onder producten of diensten met een niet-commercieel karakter wordt verstaan:

      1° de occasionele verkoop van producten of diensten met het oog op een menslievend, sociaal, cultureel, educatief of sportief doel;

      2° de occasionele verkoop van producten of diensten met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten;

      3° de occasionele verkoop van producten of diensten die plaatsvindt bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade.

      Met occasioneel wordt bedoeld: maximaal één verkoopactie per jaar per verantwoordelijke of vereniging.

      Politieke partijen kunnen geen aanvragen doen.

      Voor deze ambulante activiteiten moet voorafgaand een toelating gevraagd worden. Aanvragen worden ten laatste veertien kalenderdagen voor de aangevraagde marktdag aan het College van Burgemeester en Schepenen gericht.

      Op verzoek van de gemeente overhandigt de verantwoordelijke het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren. De gemeente kan verzoeken een uittreksel uit het strafregister voor te leggen.

      AFDELING 4 : Aanvullende bepalingen van toepassing op organisatie van ambulante activiteiten op openbare markten en op het openbaar domein buiten de openbare markten

      Artikel 24. Bevoegdheid marktleider (KB art. 44)

      De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen en de voorwaarden voor het uitoefenen van ambulante activiteiten te controleren.

      Artikel 25. Standplaatsvergoeding

      De houders van een standplaats moeten de standplaats betalen overeenkomstig de modaliteiten van het desbetreffende retributiereglement.

      De betaling van de standplaatsvergoeding gebeurt jaarlijks.

      Wanneer de standplaatsvergoeding niet op tijd wordt gestort, zal de standplaats terug ter beschikking worden gesteld, vanaf de marktdag volgend op de week waarin de vereffening moest gebeuren.

      Voor ambulante handel n.a.v. evenementen is aan de gemeente geen vergoeding verschuldigd, de organisatoren van de evenementen zijn wel gemachtigd een vergoeding te vragen

      Artikel 26. De doorgang

      De verkoopwagens, tenten en kramen moeten zo worden geplaatst dat het publiek ongehinderd tussen de rijen door kan wandelen, dat hulpdiensten niet worden gehinderd en dat de woningen, handelszaken en openbare gebouwen toegankelijk blijven voor voetgangers en voor personen die zich in een rolstoel verplaatsen. De kramen mogen niet worden verbonden met een touw of enig ander middel over de wandelgangen heen.

      Het is de handelaars van een ambulante activiteit met alle erop uitlopende straten toegelaten voor de duur van de markt of het evenement hun waren uit te stallen en indien nodig hun voertuig op het voetpad te plaatsen, op de lengte van de door hen ingenomen standplaats, op voorwaarde niet meer dan de helft van de breedte van het voetpad te versperren zonder dat de vrije doorgangsruimte minder dan 1 m bedraagt.

      Het is verboden de bevoorradingswagens en andere wagens en voertuigen die voor de verkoop niet strikt noodzakelijk zijn op de markt te laten staan.

      Bij slecht weer is het de verantwoordelijke die beslist of de voertuigen dienend tot het vervoer van de goederen, op de markt mogen blijven, vroeger oprijden of vertrekken.

      In dit geval moeten zij zodanig opgesteld worden dat zij geen belemmering vormen voor het zicht, het verkeer, het verloop en de goede orde in het algemeen, rekening houdende met de instructies van de verantwoordelijke en/of politie.

      De verantwoordelijke kan, steeds herroepbaar, luiken en andere overkappingen toelaten op voorwaarde dat die zich op ten minste 2 meter boven de grond bevinden. Aan die toegelaten overkappingen mogen geen koopwaren of andere voorwerpen worden opgehangen.

      Artikel 27. Verwarming-, koel- en verlichtingstoestellen

      Indien de standhouder beschikt over een gas- en of elektriciteitsinstallatie dient het keuringsattest van deze installatie te kunnen worden voorgelegd op vraag van de marktleider die dit periodiek en steekproefsgewijs zal controleren.

      Het is verboden gebruik te maken van verwarming-, koel- en verlichtingstoestellen die niet voldoen aan de veiligheidsnormen en de wettelijke voorschriften.

      Het is bovendien verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die gassen of rook laten ontsnappen.

      De marktkramers die gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn verplicht zich te verzekeren tegen brandrisico’s. Op elk verzoek van de verantwoordelijke moet het bewijs worden voorgelegd dat aan deze verplichting werd voldaan.

      Het gebruik van deze toestellen dienst steeds te gebeuren conform de wettelijke voorschriften die op dat ogenblik gelden. Een brandblusser (gekeurd en correct type voor die installatie/standplaats) dient steeds duidelijk aanwezig te zijn op de standplaats.

      Artikel 28. Beschadiging en overlast

      Bij het opstellen van de kramen moet de geluidsoverlast voor de omwonenden van de markt tot een minimum beperkt worden.

      De kosten, veroorzaakt door het beschadigen of bevuilen van de marktplaats, zullen door het gemeentebestuur aan de marktkramers, die de schade of de bevuiling hebben aangericht, aangerekend worden.

      Het is verboden pinnen of andere scherpe voorwerpen in de grond te slaan. Voor het vastmaken van de kramen en/of dekzeilen moeten andere methodes worden toegepast (vb. gewichten).

      Alle in dit reglement niet voorziene gevallen worden beslist door het College van Burgemeester en

      Schepenen. De door de ambulante handelaars begane overtredingen tegen dit reglement kunnen door het College van Burgemeester en Schepenen worden gesanctioneerd.

      Artikel 29. Aansprakelijkheid

      De gebruikers van de opgestelde kramen blijven burgerlijk verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen veroorzaakt door hun onbewaakte, slecht geplaatste of slecht verlichte kramen. Het gemeentebestuur wijst alle verantwoordelijkheid af.

      Artikel 30. Aanvaarden van het reglement

      Alle ambulante handelaars die een standplaats innemen ontvangen een kopie van dit reglement en aanvaarden door de inname van de standplaats alle bepalingen van dit reglement.

      Artikel 31. In werking treden van gemeentelijk reglement

      Dit reglement treedt in werking op 1 april 2025 en voorgaand gemeentelijk reglement van 1 mei 2013 wordt opgeheven.

    • Goedkeuren reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Regelgeving

      Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40

      Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10

      Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 24

      Context en argumentatie

      Volgens artikel 8 §1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, geregeld bij gemeentelijk reglement,

      Volgens artikel 9§ 1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, geregeld bij gemeentelijk reglement

      Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      AFDELING 1 : ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN EN AMBULANTE ACTIVITEITEN IN KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN

      Artikel 1 Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2 §2)

      Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.
      Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

      Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties of private kermissen.

      Artikel 2 Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)

      De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:
      Per openbare kermis vermelden:
      PLAATS: Centrum Ardooie (Marktplein en Polenplein)
      PERIODE: kermis periode (juni)+ ommegangperiode (oktober)

      De gemeenteraad geeft volmacht aan het College van Burgemeester en Schepenen om de data voor de kermissen nader te bepalen.

      Artikel 3 Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10)

      De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan: de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt.
      Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:

      - de uitbater is behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico's;
      - de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert
      - als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen;
      - als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen;
      - de vestiging van kermisgastronomie en de personen die er werken voldoen aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

      Artikel 4 Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)

      4.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)
      Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de burgemeester, zijn afgevaardigde deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.
      Deze kennisgeving zal gebeuren via de website (www.ardooie.be).
      De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

      4.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)

      Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de burgemeester of zijn afgevaardigde of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

      De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
      a. de aard van de attractie of van de vestiging;
      b. de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;
      c. de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
      d. de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
      e. de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde – verantwoordelijken” en van het tewerkgesteld personeel;
      f. desgevallend, de nuttige ervaring;
      g. de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.
      Als de burgemeester of zijn afgevaardigde op basis van deze criteria, geen onderscheid tussen de kandidaturen kan maken, is een loting mogelijk.
      Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.
      Deze kan geraadpleegd worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.

      4.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5)

      De burgemeester of zijn afgevaardigde deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee op een van de volgende wijzen:
      - bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
      - bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
      - per duurzame drager (e-mail) met ontvangstmelding

      Artikel 5. Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)

      Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats de volgende zaken worden vermeld:
      a. de situering van de standplaats;
      b. de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;
      c. de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
      d. de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
      e. het ondernemingsnummer;
      f. de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is met vermelding van de technische specificaties

      Artikel 6 Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)

      Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.
      Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement).

      De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt het af van de beoordeling van de burgemeester of van zijn afgevaardigde.

      Artikel 7 Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)

      De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

      1. hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
      - door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,
      - door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
      2. hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.

      De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

      De vraag tot opschorting dient te gebeuren:
      - bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
      - of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
      - of per duurzame drager (e-mail)

      De burgemeester of zijn afgevaardigde bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.

      Artikel 8 Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)

      De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:
      - bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
      - bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
      - indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9 1° van dit reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid,.
      De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid. De burgemeester of zijn afgevaardigde beslissen over deze aanvraag.
      - De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.
      De vraag tot afstand dient te gebeuren
      - bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
      - of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
      - of per duurzame drager (e-mail).

      De burgemeester of zijn afgevaardigde bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.

      Artikel 9 Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art. 12 § 6)

      De burgemeester of zijn afgevaardigde kan het abonnement intrekken of opschorten:
      1. omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,
      2. omdat de gemeentelijke belastingen niet tijdig of niet worden betaald
      3. op basis van een verslag van de toezichthouder.

      Artikel 10 Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

      Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement

      Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

      Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

      In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hiervan afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

      Artikel 11 inwerktreding

      Dit reglement treedt in werking op 1 april 2025.

    • Artiz: filiaalovereenkomst

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Context en argumentatie

      De stedelijke academie voor Muziek en Woord Art'Iz heeft een filiaal te Ardooie en bepaalde afspraken dienen worden gemaakt.
      Een voorstel van filiaalovereenkomst is opgemaakt in samenspraak met de diverse gemeentebesturen.
      In bijlage is het voorstel van overeenkomst tussen de gemeente Ardooie en het stadsbestuur Izegem betreffende het filiaal te Ardooie van de stedelijke academie voor Muziek en Woord Art'Iz.

      Financiële impact

      Uitgaven € 111,00 x aantal uren leerkrachten

      Ontvangsten: € 26,45 x aantal uren leerkrachten

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 De overeenkomst tussen de gemeente Ardooie en het stadsbestuur Izegem betreffende het filiaal te Ardooie van de stedelijke academie voor Muziek en Woord Art'Iz zoals vastgesteld in bijlage goed te keuren.
      Art. 2 De nodige gelden te voorzien in het budget en meerjarenplan om de overeenkomst te kunnen naleven.
      Art. 3 Deze gemeenteraadsbeslissing te bezorgen aan het stadsbestuur Izegem en aan Art'Iz.

    • Goedkeuren agendapunten en vaststellen mandaat vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Cipal dv op 31 maart 2025

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur
      Regelgeving

      Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (“DLB”) en in het bijzonder op art. 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad en inzake de intergemeentelijke samenwerking

      De gemeente is deelnemer van de dienstverlenende vereniging Cipal (hierna kortweg “Cipal”)

      Statuten van Cipal

      Gemeenteraadsbesluit van 29 november 2021 inzake de aanduiding van de vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergaderingen van Cipal

      Context en argumentatie

      Oproeping tot de algemene vergadering van Cipal van 31 maart 2025 met de volgende agendapunten:

      De vergadering heeft de volgende agenda:

      1. Benoeming van de leden van de raad van bestuur
      2. Akteneming van de gemeenteraadsbeslissingen tot aanduiding van een lid van de raad van bestuur met raadgevende stem en bepaling van de rangorde
      3. Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering.

      Toelichtende nota van Cipal betreffende de agendapunten van deze algemene vergadering

      Voorstellen van de raad van bestuur van Cipal

      Er zijn geen redenen voorhanden om goedkeuring van de agendapunten te weigeren

      Publieke stemming
      Aanwezig: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Dominiek Pillaert
      Voorstanders: Hein Defour, Véronique Buyck, Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Art. 1 Op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota worden de agendapunten van de algemene vergadering van Cipal van 31 maart 2025 goedgekeurd.

      Art. 2 De vertegenwoordiger van de gemeente wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van Cipal van 31 maart 2025 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

      Art. 3 Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal

  • Varia

    • Varia

      Aanwezig: Hein Defour, Voorzitter
      Véronique Buyck, Burgemeester
      Krist Soenens, Kathleen Verhelle, Terry Callens, Schepenen
      Christine Vandewaetere, Gino Deceuninck, Linda Devisch, Kimara Goethals, Sibylle Vanhaverbeke, Ward Callewaert, Stijn Vanhee, Veerle Goethals, Elien Rosseel, Michelle Demeyere, Karen Lefebvre, Thomas Depuydt, Patrick Lecointre, Christine Vermeersch, Nancy Raedt, Vincent Vanhecke, Gemeenteraadsleden
      Dominiek Pillaert, Algemeen directeur

De voorzitter sluit de zitting op 24/03/2025 om 21:00.

Namens Gemeenteraad,

Dominiek Pillaert
Algemeen directeur

Hein Defour
Voorzitter