De voorzitter opent de zitting op 24/02/2025 om 20:00.
Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inz. art. 234
Tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf wordt een beheersovereenkomst gesloten.
Artikel 234 van decreet lokaal bestuur bepaalt onder meer het volgende: "Tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het autonoom gemeentebedrijf door de raad van bestuur."
Het past afspraken te maken over de samenwerking tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf. Deze afspraken over de rechten en verplichtingen van de partijen kunnen in een beheersovereenkomst worden opgenomen.
Bij het opmaken van de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het autonoom gemeentebedrijf door de raad van bestuur.
De beheersovereenkomst tussen de gemeente Ardooie en het autonoom gemeentebedrijf Ardooie zoals vastgesteld in bijlage wordt goedgekeurd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inz. artikel 39
Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 betreffende goedkeuring deontologische code voor mandatarissen, gewijzigd op datum van 27 maart 2023
De deontologisch code dient na vernieuwing van de gemeenteraad niet worden vernieuwd.
In de deontologische code staat echter het volgende vermeld:
"Art.29: De deontologische commissie bestaat uit 5 leden als volgt samengesteld
• Voorzitter van de gemeenteraad/OCMW-Raad
• Drie raadsleden van fractie Groep '82
• Eén raadslid van fractie Samen Plus
Elke fractie duidt een plaatsvervanger aan die optreedt als lid van de commissie ter vervanging van lid wanneer er belangenvermenging is in hoofde van één van de commissieleden.
Elke fractie deelt aan de algemeen directeur mee welke raadsleden zetelen in de commissie (+ plaatsvervanger)."
Bij de nieuwe legislatuur zijn er andere fracties (vier fracties i.p.v. twee fracties) zodat de samenstelling van de deontologische commissie dient worden gewijzigd.
Voorstel om artikel 29 als volgt te wijzigen:
"Art.29: De deontologische commissie bestaat uit 7 gemeenteraadsleden als volgt samengesteld
• Voorzitter van de gemeenteraad/OCMW-Raad
• Drie raadsleden van fractie Groep '82
• Eén raadslid van fractie Stroom
• Eén raadslid van fractie Samen Plus
• Eén raadslid van Vlaams Belang
Elke fractie kan een plaatsvervanger aanduiden die optreedt als lid van de commissie ter vervanging van lid wanneer er belangenvermenging is in hoofde van één van de commissieleden. Een éénmansfractie kan een plaatsvervanger aanduiden van een andere fractie.
Elke fractie deelt aan de algemeen directeur mee welke raadsleden zetelen in de commissie (+ eventueel plaatsvervanger)."
Artikel 29 van de deontologische code wordt volgende als volgt gewijzigd:
"De deontologische commissie bestaat uit 7 gemeenteraadsleden als volgt samengesteld
• Voorzitter van de gemeenteraad/OCMW-Raad
• Drie raadsleden van fractie Groep '82
• Eén raadslid van fractie Stroom
• Eén raadslid van fractie Samen Plus
• Eén raadslid van Vlaams Belang
Elke fractie kan een plaatsvervanger aanduiden die optreedt als lid van de commissie ter vervanging van lid wanneer er belangenvermenging is in hoofde van één van de commissieleden.
Elke fractie deelt aan de algemeen directeur mee welke raadsleden zetelen in de commissie (+ eventueel plaatsvervanger)."
Artikel 37 van het decreet lokaal bestuur bepaalt het volgende:
"De mandaten in iedere commissie worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden, alsook de wijze waarop de evenredigheid wordt berekend. Die berekeningswijze geldt voor alle commissies die de gemeenteraad opricht. De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen, altijd hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig de voormelde berekeningswijze toekomen, met een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, worden de mandaten toegewezen in de volgorde waarin de kandidaten vermeld staan op de akte van voordracht.... Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging, vermeld in het eerste lid, een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt."
De verkeerscommissie dient opnieuw worden samengesteld:
In vorige legislatuur was samenstelling als volgt:
De verkeerscommissie wordt als volgt samengesteld:
"Vijf gemeenteraadsleden (met stemrecht):
• Groep 82: vier leden (waaronder de burgemeester/schepen bevoegd voor mobiliteit)
• Samen plus: één lid
Als deskundigen (zonder stemrecht)
• Hoofd technische dienst of zijn afgevaardigde
• Hoofd wijkpolitie of zijn afgevaardigde
De commissie kan steeds deskundigen horen.
De voorzitter wordt aangeduid uit de aanwezige gemeenteraadsleden op de vergadering van de verkeerscommissie.
De secretaris is het hoofd van technische dienst of zijn afgevaardigde.
Het schepencollege wordt gelast om een bericht te sturen naar de fracties met de vraag om de leden van de verkeerscommissie aan te duiden"
Gezien in de huidige legislatuur er vier fracties zijn, is het nodig de samenstelling te wijzigen.
Voorstel om opnieuw vijf raadsleden toe te wijzen waarbij de regel van drie wordt toegepast en waarbij de fracties die geen afvaardiging hebben, een vertegenwoordiger kunnen sturen, weliswaar zonder stemrecht.
Dit geeft volgend resultaat:
Vijf gemeenteraadsleden (met stemrecht):
• Groep 82: vier leden (waaronder de burgemeester/schepen bevoegd voor mobiliteit)
• Stroom: één lid
Als gemeenteraadsleden(zonder stemrecht)
• Samenplus: één lid
• Vlaams Belang: één lid
Als deskundigen (zonder stemrecht)
• Hoofd technische dienst of zijn afgevaardigde
• Hoofd wijkpolitie of zijn afgevaardigde
De samenstelling van de verkeerscommissie wordt als volgt voorzien:
Vijf gemeenteraadsleden (met stemrecht):
• Groep 82: vier gemeenteraadsleden (waaronder de burgemeester/schepen bevoegd voor mobiliteit)
• Stroom: één gemeenteraadslid
Als gemeenteraadsleden(zonder stemrecht)
• Samenplus: één gemeenteraadslid
• Vlaams Belang: één gemeenteraadslid
Als deskundigen (zonder stemrecht)
• Hoofd technische dienst of zijn afgevaardigde
• Hoofd wijkpolitie of zijn afgevaardigde
De commissie kan steeds deskundigen horen.
De voorzitter wordt aangeduid uit de aanwezige gemeenteraadsleden op de vergadering van de verkeerscommissie.
De secretaris is het hoofd van technische dienst of zijn afgevaardigde.
Het schepencollege wordt gelast om een bericht te sturen naar de fracties met de vraag om de leden van de verkeerscommissie aan te duiden"
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inz. art. 1.3.3. en 1.3.4.;
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening, gewijzigd op 05 juni 2009;
Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening;
De gemeente Ardooie telt minder dan 10.000 inwoners en de commissie moet aldus samengesteld zijn uit minimum 7 en maximum 9 leden, de voorzitter inbegrepen.
De gemeenteraad dient de vertegenwoordigers van de voornaamste maatschappelijke geledingen aan te duiden.
¼ van de deel uitmakende leden moet deskundig zijn inzake ruimtelijke ordening waaronder de voorzitter.
De voorzitter en de secretaris worden voorgedragen door het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad moet minimum drie verschillende maatschappelijke geledingen aanduiden waarvan voor elke maatschappelijke geleding één vertegenwoordiger kan zetelen in de commissie.
De leden van de gemeenteraad of schepencollege kunnen geen lid zijn van de commissie.
De commissie is een orgaan waarin de maatschappelijke verwevenheid moet aanwezig zijn.
De diverse maatschappelijke activiteiten moeten tegen elkaar worden afgewogen.
De gemeente Ardooie is gelegen in het buitengebied waardoor de landbouw een belangrijke factor uitmaakt van het grondgebied.
De landbouworganisaties zijn significant aanwezig in de gemeente.
De gemeente wordt eveneens gekenmerkt door enkele grote bedrijven waaronder de diepvriesgroentesector zodat het aangewezen een vertegenwoordiger van de grootindustrie te voorzien gezien deze bedrijven voortdurend in expansie zijn wat zich uit in het verleden door de opmaak van verschillende bedrijven BPA’s/RUP ’s.
De werknemersorganisaties maken deel uit van één van de grootste maatschappelijke geledingen en bijgevolg is het dan ook noodzakelijk is dat deze organisatie wordt vertegenwoordigd in de commissie.
De gemeente Ardooie telt verschillende kleine zelfstandigen vertegenwoordigd door de gemeentelijke ondernemingsraad.
De gemeente Ardooie beschikt over een natuurgebied met name ’t Veld, daarom opteert gemeente dan ook om natuurverenigingen als maatschappelijke geleding aan te duiden om de zetelen in de commissie.
Art. 1: Een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening aan te stellen bestaande uit 8 leden waarvan 6 vertegenwoordigers uit de maatschappelijke geledingen en 2 deskundigen;
Art. 2: De volgende maatschappelijke geledingen aan te duiden om te zetelen in de commissie:
Art. 3: Het schepencollege te gelasten de desbetreffende maatschappelijke geledingen aan te schrijven om hun kandidaat-vertegenwoordiger en plaatsvervanger aan te duiden;
Art. 4: De leden van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening definitief samen te stellen in de gemeenteraad nadat de kandidaturen zijn ontvangen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
In het kader van de opdracht “Onderhoudswerken aan diverse wegen - dienstjaar 2025” werd een bestek met nr. OO-2502-G opgesteld door studiebureau Demey.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 807.371,44 excl. btw of € 976.919,44 incl. 21% btw (€ 169.548,00 btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Art. 1 : Het bestek met nr. OO-2502-G en de raming voor de opdracht “Onderhoudswerken aan diverse wegen - dienstjaar 2025”, opgesteld door studiebureau Demey worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 807.371,44 excl. btw of € 976.919,44 incl. 21% btw (€ 169.548,00 btw medecontractant).
Art. 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Art. 3 : De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Art. 4 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget oud van 2025, op budgetcode 0200-00/2240007/BESTUUR/CBS/0/IP08 (actie 2.2.1).
De Nieuwe Gemeentewet artikel 119 en artikel 135
Het Decreet Lokaal Bestuur: onder andere artikel 2, artikel 40, artikel 41
Waterwetboek art. 2.6.1.3.3.§2
Langs gewestwegen zijn rioolbeheerders/gemeenten en AWV partners bij de aanleg en het beheer van regenwater- en afvalwaterleidingen. In de loop der tijden groeiden tussen de gemeenten en AWV hierover afspraken die van plaats tot plaats verschillen. Dit zorgt voor veel onduidelijkheden inzake beheer en onderhoud van deze infrastructuur langs de gewestwegen. Het is daarom wenselijk om basisprincipes en uniforme afspraken te maken.
Deze basisprincipes zullen de verantwoordelijkheden in het onderhoud van de afwateringsinfrastructuur langs gewestwegen verduidelijken. Hierbij wordt gekeken naar de infrastructuur om de beheerder te bepalen en niet naar het domein. Uitgangspunt is dat de rioolbeheerder/gemeente de afvalwaterinfrastructuur onderhoudt en AWV de regenwaterinfrastructuur. In historisch gegroeide situaties waar niet duidelijk is wat afvalwaterleidingen zijn en wat regenwaterleidingen, bepalen de basisprincipes via een aantal eenvoudige, makkelijk op het terrein detecteerbare regels wie wat onderhoudt. Zodra de infrastructuur heraangelegd wordt tot een duidelijk gescheiden stelsel geldt opnieuw het uitgangspunt. Deze afspraken gelden voor onderhoud. Bij heraanleg en nieuwe aanleg hanteren we de kostenverdeling voor investeringen waarvoor de omzendbrief OW 98/4 de basis is (zie bijlage 3)
Deze basisprincipes zijn een consensus na overleg met AWV, de rioolbeheerders, meerdere gemeenten, VVSG, AquaFlanders, MOW en de VMM. De afbakening van deze basisprincipes werd ook in verschillende districten uitgetest op het terrein in het bijzijn van zowel de domeinbeheerder als een rioolbeheerder. Ze bleken op het terrein goed te interpreteren. De Raad van bestuur van de VVSG, de directieraad van AWV en AquaFlanders keurden deze basisprincipes goed.
De VVSG roept alle gemeenten op om deze basisprincipes te onderschrijven. Bij gemeenten die hun riolen zelf beheren is hiervoor een gemeenteraadsbeslissing nodig. Om deze afspraken definitief te bekrachtigen ligt de overeenkomst in bijlage 2 voor ter goedkeuring.
Financiële gevolgen: De basisprincipes zorgen ten opzichte van de huidige situatie voor een uitwisseling van taken tussen AWV en de rioolbeheerder/gemeenten in beide richtingen. De basisuitspraken zorgen ook voor duidelijkheid in verantwoordelijkheid over taken die tot nu door niemand werden opgenomen.
Art. 1: De gemeenteraad keurt de nota ‘basisprincipes in kader van beheer en onderhoud van riolering langs gewestwegen’ (bijlage 1) en de overeenkomst (bijlage 2) goed.
Art. 2: De toepassing van de basisprincipes op het terrein start vanaf het moment dat de gemeente via de VVSG aan AWV dit besluit bezorgt.
Art. 3: Dit besluit wordt opgestuurd aan de VVSG vzw (mail aan info@vvsg.be)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeente is eigenaar van vier sociale woningen in de Kloosterstraat 6A-8-10-12 te Koolskamp. Gezien het beperkt aantal sociale woningen in eigendom, is het zeker aangewezen die woningen te verkopen aan de sociale woonmaatschappij Thuiswest. Beheer van slechts vier sociale woningen vergt een zware administratieve last voor de maatschappelijke dienst van het OCMW terwijl verhuur van sociaal patrimonium een kerntaak is van de woonmaatschappijen.
Een lokaal bestuur kan beslissen om haar sociale huurwoningen over te dragen aan de woonmaatschappij in wiens werkgebied de woningen liggen. De woonmaatschappij is verplicht om de aangeboden sociale huurwoningen over te nemen. Met sociale huurwoningen worden woningen bedoeld waarop een sociale verhuurverplichting rust (op basis van verkregen subsidies of gesubsidieerde leningen) of woningen die op of na 20 september 2021 sociaal verhuurd werden (volgens boek 6 VCW).
Bij de prijsbepaling van sociale huurwoningen moet rekening worden gehouden met de venale waarde, rekening houdend met de bijzondere eigenschappen van sociale huisvestingsmaatschappijen.
Vlabel heeft schatting gedaan van de vier woningen en de venale waarde is € 364.857,00.
Op 20 december 2024 heeft de Raad van Bestuur van Thuiswest goedkeuring gegeven omtrent de verwerving van vier sociale woningen aan de geschatte prijs van € 364.857,00. Deze verkoopprijs komt overeen met de schatting opgemaakt door Vlabel.
De overnemende woonmaatschappij Thuiswest bevestigde aan Wonen Vlaanderen het voorstel tot overdracht WP2865-v1 binnen het project "Koolskamp, Kloosterstraat: aankoop woningen OCMW" en diende de stavingsdocumenten (beslissing van de raad van bestuur en advies financieel adviseur) in. Wonen in Vlaanderen valideerde deze stavingsdocumenten. Wonen Vlaanderen meldde dat de overnemende woonmaatschappij (Thuiswest) een verrichting kan aanmelden en vervolgens de aanvraag tot toewijzing op het jaarbudget indienen voor de financiering van deze overdracht.
De bewoners zijn inmiddels ingelicht van het voornemen om over te gaan tot verkoop aan de woonmaatschappij Thuiswest.
Art.1: De verkoop van vier sociale woningen gelegen in de Kloosterstraat 6A-8-10-12 te Koolskamp, aan de woonmaatschappij Thuiswest wordt goedgekeurd voor een bedrag van € 364.857,00
Art.2: De verkoop heeft betrekking op vier woningen, gebouwd in 2006 en kadastraal bekend onder Ardooie 2de afdeling, Sectie B nrs. 219b², 219c², 219d² en 219e².
Art.3: Notaris Brecht Reyntjens zal de authentieke akte verlijden.
Art.4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de concrete uitwerking van deze verkoop.
Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt houdende de gemeentelijke belastingen en retributies
Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.
Omzendbrief van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.
De nieuwe wet van 18 juni 2018 regelt onder andere de bevoegdheid inzake de aanvragen tot verandering van voornamen.
De bevoegdheid voor het behandelen van aanvragen tot wijziging van een voornaam is overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand.
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om de aanvragen tot voornaamswijziging te onderwerpen aan een retributie.
De aanvrager moet een verzoek indienen tot naamswijziging bij de ambtenaar burgerlijke stand van zijn woonplaats of zijn laatste woonplaats bij verblijf in het buitenland.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan, binnen de 3 maanden na het verzoek en na controle van de gerechtelijke antecedenten van betrokkene, de voornaamsverandering toestaan indien de gevraagde voornamen geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet kunnen schaden.
De burger moet na een voornaamswijziging minstens zijn identiteitskaart en rijbewijs vernieuwen.
De omzendbrief van 11 juli 2018 waarschuwt dat het bedrag van de retributie en de inning ervan bij het indienen van het verzoek een directe invloed kunnen hebben op het aantal ingediende verzoeken en van aard zijn een zekere lichtzinnigheid in hoofde van de verzoeker te vermijden.
Om de aanvragen te beperken die impulsief zijn of gewoon een voorkeur genieten maar niet een noodzakelijke voornaamswijziging inhouden, is het dus nodig een retributie te innen die dergelijke aanvragen voorkomt die een bijkomende administratie meebrengen.
Er staat bovendien geen beperking op het indienen van het aantal verzoeken. Het innen van een retributie voorkomt het indienen van meerdere lichtzinnige aanvragen.
De bevoegdheid lag voorheen bij FOD Justitie, die een retributie invorderde van € 490 voor zowel voornaams- als naamswijziging. Er was ook een kostprijs van € 49 voorzien voor uitzonderingen. FOD Justitie heft een retributie van € 150 voor een naamswijziging.
De retributie voor een aanvraag tot voornaamswijziging, die ingediend wordt bij de ambtenaar burgerlijke stand, bedraagt € 150
De wetgever heeft reeds bepaald dat de retributie voor transgenders niet meer dan 10 procent mag bedragen van het door de gemeente vastgestelde gewone tarief en dat personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben zijn vrijgesteld van enige retributie (betalen reeds een retributie van € 150 bij het registratiekantoor).
Art. 1: Met ingang van 1 maart 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een retributie geheven op de aanvragen van voornaamswijziging. De retributie valt ten laste van de personen die een verzoek tot voornaamsverandering indienen.
Art. 2: De retributie voor een aanvraag tot voornaamswijziging bedraagt € 150.
Art. 3: In volgende geval bedraagt de retributie voor een aanvraag tot voornaamswijziging 10% van het in artikel 2 bepaalde bedrag: Voornaamsverandering door transgenders
Art. 4: De personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben zijn vrijgesteld van enige retributie
Art. 5 : De gemeenteraadsbeslissing wordt op de gemeentelijke website bekendgemaakt en treedt in werking op 1 maart 2025.
Decreet lokaal bestuur en in het bijzonder artikel 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad en op titel 3 inzake de intergemeentelijke samenwerking;
Gemeenteraadsbeslissing van 29 november 2021 betreffende toetreding van de gemeente Ardooie tot dienstverlenende vereniging Cipal
Statuten van Cipal en in het bijzonder op artikel 35 inzake de samenstelling van de algemene vergadering
Gelet op het feit dat de gemeente Ardooie deelnemer is van de dienstverlenende vereniging Cipal.
Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de vertegenwoordigers op de algemene vergadering rechtstreeks door de gemeenteraden aangewezen worden uit hun leden.
Met 20 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden
Art. 1: Als vertegenwoordiger van de gemeente op de algemene vergaderingen van Cipal wordt, voor de duur van de huidige legislatuur 2025-2031, aangeduid Hein Defour, schepen
Art. 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 (gecoördineerd op 15 juni 2018 in het Waterwetboek)
Vlaanderen is ingedeeld in 11 bekkens. De gemeente Ardooie is ingedeeld bij het bekken Brugse polders en Leiebekken.
Schrijven van de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, voorzitter van het bekkenbestuur van het Leiebekken en Brugse Polders (en 0,7% van Ijzerbekken), van datum 24 januari 2025 m.b.t.de vraag tot afvaardiging in het bekkenbestuur, met name de vraag tot aanduiding van een gemeentelijke mandataris voor alle steden en gemeenten die zich op het grondgebied van het bekken bevinden.
Het bekkenbestuur heeft tot taak:
Art. 1: Zich akkoord te verklaren met de deelname van de gemeente Ardooie in de vernoemende bekkenbesturen (Leiebekken en Brugse Polders) onder co-voorzitterschap van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en de provincie Oost-Vlaanderen. Hiertoe worden volgende gemeentelijke mandatarissen aangeduid
Art. 2: Het antwoordformulier wordt digitaal ingevuld en verzonden via de link https://forms.office.com/e/yAsp26XQLV
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Leader Midden West-Vlaanderen werd voor een periode van 7 jaar (2014-2020) erkend als plattelands- of “leader” regio.
In de Plaatselijke groep worden onder meer de diverse voorstellen van projecten besproken.
De aanwezigheid in Leader draagt bij tot de versterking van de regio.
Krist Soenens wordt aangesteld als vertegenwoordiger voor de Plaatselijke Groep van Leader Midden West-Vlaanderen.
De gemeente Ardooie is lid van DVV Midwest.
DVV Midwest heeft de leden uitgenodigd naar de buitengewone algemene vergadering die doorgaat op 25 februari 2025 om 18u00 in het Streekhuis te Roeselare.
De agenda is als volgt:
Art. 1 Zijn goedkeuring te geven aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 25 februari 2025 met volgende agenda:
Art. 2 De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van 25 februari 2025 zal zijn stemgedrag afstemmen op de beslissing genomen in onderhavig gemeenteraadsbesluit en de punten van de agenda van de algemene vergadering van 25 februari 2025 goedkeuren.
Art. 3 Deze beslissing over te maken aan Midwest DVV.
De voorzitter sluit de zitting op 24/02/2025 om 20:30.
Namens Gemeenteraad,
Dominiek Pillaert
Algemeen directeur
Hein Defour
Voorzitter